LANDVERBEUREN (49) DOOR TON VAN REEN
Kon je het liefde noemen? Was ook Kaffa, met die hele warboel van emoties en onverklaarbare toestanden in zijn kop, in staat om van een vrouw te houden? De kaarters bleven het vreemd vinden, maar in hun lange leven hadden ze meer dingen meegemaakt die onverklaarbaar leken. En anders dan de kraaien vonden ze het beter de dingen op hun beloop te laten.
In hun leven hadden ze zich al te vaak vergist om nog een oordeel over een ander uit te spreken. Bovendien hadden ze graag met die meid te doen. Ze was altijd vriendelijk, had een ruim hart en trok zich van het geroddel over haar persoon niets aan. Dat kon je toch moedig noemen. En ook Kaffa was wel geschikt. Je kon beter met hem omgaan dan met menig ander van wie het heette dat die ze wel alle zeven op een rijtje had.
Best een aardige jongen voor een malloot. Als je hem maar goed behandelde. Oude mannen waren ze, maar hun leeftijd had hen wijs gemaakt. En wat dacht opoe Ramesz van die twee vrijers op het plein? Zag ze hoe Kaffa met zijn handen de haren van het meisje streelde en haar lijf aftastte? Herinnerde het haar aan vroeger toen ze misschien zelf nog mooi was en door zwoele knapen naar het koren werd gelokt? Kermisklanten met lang zwart haar en een lul die op barsten stond, zodat ze zich niet lang konden beheersen en snel met hun handen onder haar rokken lagen te rotzooien? Had Jacob Ramesz, die als een vod in de deur hing, haar ooit zo gestreeld als Kaffa die cafémeid nu? Zo voorzichtig of ze breekbaar was als porselein en eigenlijk te mooi om aan te raken? God moest het nog weten. Maar Jacob raakte niet meer ondersteboven van een vrijpartijtje op het plein. Hij keek langs die twee heen en ergerde zich alleen aan de kraaien. Hij kon hun venijnige gesis slecht aan zijn oren verdragen. De kastelein, die de gebeurtenissen vanuit de kroeg had gevolgd, was naar buiten gesloft en stond woedend in de caféhof. Zijn dochter zette hem en zijn zaak voor schut door zich zo in te laten met die gek. Ze ging de laatste tijd steeds vaker met hem om. Nu maakte ze het toch meer dan bont.
Hij riep haar terug naar huis en kon de woede in zijn stem nauwelijks onderdrukken. Céleste hoorde haar vader roepen. Ze herkende zijn woede. Het raakte haar niet. Ze had absoluut geen angst voor hem. Hij zou haar toch niks durven doen. Ze had al eerder gedreigd het huis te verlaten als hij het nog ooit zou wagen een grote bek tegen haar op te zetten. Tenslotte zorgde zíj voor geld in het laatje. Toen ze nog jonger was, had hij haar dikwijls geslagen. Nu de hele zaak om háár draaide, had zij hém in haar macht. Maar ze wilde hem niet provoceren en gunde vooral de kraaien de lol van hun leedvermaak niet. Ze stond op, liet Kaffa alleen en liep terug naar de kroeg. Wierp een blik op het bed. De jongen leek te slapen, want hij merkte haar niet op. In een paar lange teugen dronk Kaffa de fles bier leeg. Het bier begon te werken. Het was al zijn tweede fles. In zijn hoofd werd het licht, wat vooral met deze hitte een fijn gevoel was. Het maakte hem vrijer.
Ton van Reen: Landverbeuren (49)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Landverbeuren, Reen, Ton van