LANDVERBEUREN (33) DOOR TON VAN REEN
De kinderen gingen hem achterna en bleven hem sarren. Ze hadden altijd angst voor hem gehad. Weerloos was hij nu aan hen overgeleverd. Niemand deed een poging hen te bedaren. Ook Kaffa niet, hoewel hij walgde van het tafereel.
Vol weerzin hield hij het lemmet van het mes nogmaals onder de koude straal. Het water spoot bruisend uit de pomphals, of het kookte. Kaffa merkte dat het mes trilde als hij het in zijn linkerhand droeg. De hand waarmee hij had gegooid. Het verwonderde hem. Zijn linkerhand was altijd sterk en zeker geweest. Hij nam het mes over in de rechter. Die was rustiger. Hij nam het weer over in de linker. Die hand trilde zo heftig dat hij het mes direct weer moest overgeven aan de rechterhand. Hij vloekte. Hij kon niet verdragen dat de zenuwen de baas waren over zijn lijf. De slager kwam het plein op zeulen op zijn bakfiets, waarin enkele biggen gilden. Hijgend plaatste hij de bak naast de pomp. Hij transpireerde hevig en stonk naar stallen. `Je wast je mes?’ vroeg hij, verbaasd over zichzelf omdat hij de gek aansprak. `Ja, ik was mijn mes’, zei Kaffa, terwijl hij het trillen in zijn linkerhand voelde en vaag het geouwehoer van Jacob Ramesz over zijn worp met het mes opving. Wat hem bijna in woede deed uitbarsten. Godverdomme. Waar bemoeide die ouwe vent zich mee? `Ik was mijn mes’, zei hij nog eens. `Dat verrekte bloed kleeft eraan als teer.’ Azurri trok zijn hemd uit en waste kop en bovenlijf onder de koele straal van de pomp. Hij pompte een emmer vol en gooide hem over de varkens, die van het koude water schrokken en weer gilden. Waarschijnlijk hadden ze in de paar weken dat ze leefden nooit water gezien. Nu pas zag de slager hoe Elysee tussen de gebouwen van Chile door hinkte en om zijn ezel riep, al was het dier in geen velden of wegen te bekennen. En de joelende kinderen die de man naliepen. Er kwam een minachtende grijns rond de mond van de slager. Angela holde naar Kaffa. Dankbaar omdat hij haar uit de klauwen van Elysee had gehaald, sprong ze tegen hem op en bleef als een klit om zijn hals hangen. Hij drukte haar tegen zich aan. Voelde haar natte lijf door zijn kleren heen. Ze duwde haar wang in zijn nek, ademde in zijn gezicht. Hij zoende haar haren, proefde haar zoute tranen. Ze huilde geluidloos. Lieve, lieve vrouw. Hij streelde haar warme lijf, haar dijen. `Lekker warm dier’, lachte hij en hij beet in haar oor. Hij zag de blik van Azurri, die zich gruwelijk ergerde aan het gedrag van zijn dochter. Net toen hij tegen het meisje wilde uitvallen, fluisterde zijn vrouw hem wat in het oor.
Waarschijnlijk over het voorval met de waarzegger en de manier waarop Kaffa het meisje had bevrijd. Het leek de slager niet tot betere gevoelens voor Kaffa aan te zetten, maar hij hield zich koest en liep mokkend terug naar zijn bakfiets vol varkens. Om zijn gevoelens te luchten moesten de beesten, die nergens schuld aan hadden, het ontgelden. Met zijn blote vuisten sloeg hij de dieren waar hij ze raken kon. Op kop, rug en nek. De biggen, die niets van deze afstraffing begrepen, begonnen wild te krijsen en sprongen tegen de schotten van de bak omhoog. Geschrokken van het lawaai zette Kaffa het meisje op de grond. Hij zag dat er kort gras tegen de verdrukking in onder het granieten pompbed uitgroeide, een klein stukje maar, want verderop verstikte het in de modder en de door zeik verzuurde grond. Hij veegde het lemmet van zijn mes droog aan de pijp van zijn broek, zette het aan in zijn handpalm en voelde dat het nog scherper kon. Hij wette het secuur op de gladde rand van de spoelbak. Kleine gensters spoten in het rond. `Het is mijn beste mes’, zei Kaffa verontschuldigend tegen Azurri. `Het ligt goed in de hand. Het treft precies waar ik het hebben wil.’ Kaffa liep terug naar zijn plaats. Veegde met een voet de grenzen van de oude landen uit. Tekende met de punt van het mes een cirkel. Sneed de cirkel in twee gelijke delen. Legde in elk land een lucifer. Zo had elk land zijn eigen koning. De slager, die zag dat Kaffa met zijn spel wilde beginnen, vergat zijn varkens, veegde het zweet van zijn voorhoofd, schurkte zijn rug tegen de opstand van de pomp en liep naar Kaffa. Zonder te vragen of hij mocht meedoen spuwde hij in zijn handen en hurkte tegenover Kaffa neer. Nu had hij eindelijk de kans om die gek eens te laten zien wie de werkelijke kampioen van het dorp was.
Ton van Reen: Landverbeuren (33)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Landverbeuren, Reen, Ton van