John Milton: At a Solemn Music (vertaling Cornelis W. Schoneveld)
John Milton
(1608-1674)
At a Solemn Music
Blest pair of sirens, pledges of heaven’s joy,
Sphere-born, harmonious sisters, Voice and Verse,
Wed your divine sounds, and mixed power employ,
Dead things with inbreathed sense able to pierce;
And to our high-raised phantasy present
That undisturbed song of pure consent,
Ay sung before the sapphire-coloured throne
To Him that sits thereon,
With saintly shout, and solemn jubilee;
Where the bright seraphim, in burning row,
Their loud uplifted angel-trumpets blow;
And the cherubic host, in thousand choirs,
Touch their immortal harps of golden wires,
With those just spirits that wear victorious palms,
Hymns devout and holy psalms
Singing everlastingly;
That we on earth, with undiscording voice,
May rightly answer that melodious noise;
As once we did, till disproportioned sin
Jarred against nature’s chime, and with harsh din
Broke the fair music that all creatures made
To their great Lord, whose love their motion swayed
In perfect diapason, whilst they stood
In first obedience, and their state of good.
Oh, may we soon again renew that song,
And keep in tune with heaven, till God ere long,
To His celestial concert us unite,
To live with Him, and sing in endless morn of light!
1645
John Milton
Bij gewijde muziek
Brengers der hemelvreugd ons toegedacht,
Zusters der sferen, Zang en Poëzie,
Meng uw sirenenklank, versmelt uw kracht,
Dooradem dode stof met harmonie;
Geef onze hooggespannen fantasie
Die welgestemde, pure melodie,
Hem ongestoord gebracht, op zuivere toon,
Voor Zijn saffieren troon,
Met vroom gejuich en opgetogenheid;
Waar vurig rood de serafijnenstoet
Haar opgestoken hoorn luid schallen doet;
En ’t cherubijnenkoor, in duizendvoud,
De eeuwige harp bespeelt, besnaard in goud;
Waar zalige geesten bij hun zegepalm,
Heilige zang en vrome psalm
Zingen tot in eeuwigheid;
Opdat van wanklank vrij, ons aardse lied
Aan die welluidendheid recht weerklank biedt,
Zoâls ooit; tot onze mateloze schuld
d’ Natuur met dissonanten had gevuld
En de muziek der schepsels ruw verstoord,
Die steeds door d’ Allerhoogste was gehoord,
Wiens liefde hun klankenpracht was toegewijd
In de eerste staat van deugd en volgzaamheid.
Oh, zingen wij weldra opnieuw die zang,
Wijshoudend met de hemel, tot eerlang
God ons verenigt met zijn engelenkoor,
Bij Hem, voor zang in eindeloze ochtendgloor!
Vertaling Cornelis W. Schoneveld
Uit: Bestorm mijn hart, de beste Engelse gedichten uit de 16e-19e eeuw gekozen en vertaald door Cornelis W. Schoneveld, tweetalige editie. Rainbow Essentials no. 55, Uitgeverij Maarten Muntinga, Amsterdam, 2008, 296 pp, € 9,95 ISBN: 9789041740588
Kempis.nl poetry magazine
More in: Archive M-N, Milton, John, More translations