Ton van Reen: Katapult, de ondergang van Amsterdam (20)
Ton van Reen: Katapult, de ondergang van Amsterdam (20)
Ze stapten binnen in het café op de hoek en lieten de kist gewoon op het trottoir achter. Blijkbaar waren ze zo gewend met lijken om te gaan dat ze er niet het minste respect meer voor hadden en er slordig mee omsprongen.
Mireille durfde geen stap te verzetten, maar Crazy vermande zich en liep naar de kist.
`Je kunt nooit weten’, zei hij, vooral om zichzelf moed in te spreken. `Sommige mensen halen aardappels in een vioolkist.’ Voorzichtig lichtte hij het deksel op. Er kwam een frisse lucht uit de kist, de geur van afrikaantjes en radijs. Hij zag een vrouwtje liggen, in het zwart, en zo fragiel dat ze niet meer dan een pop leek. Er lag een glimlach over haar waskleurige gezicht. Ze was mooi en dood. Er zat een klein vogeltje op het hoofdeind, dat onrustig tegen het hout tikte met zijn gele snaveltje, op zoek naar insectjes.
`Goedendag’, zei het vrouwtje.
Crazy stond als aan de grond genageld.
`Neem me niet kwalijk’, zei hij, met een stem die trilde van de zenuwen. `Ik was nieuwsgierig. Die kerels sloegen rare praat uit waardoor ik meer over de kist wilde weten. Ik dacht dat u dood was. Ze hadden het over een lijk.’
`Het is waar, ik ben dood,’ zei het vrouwtje, `maar daarom hoef ik mijn mond nog niet te houden.’
`Dat is op zijn minst vreemd’, zei Crazy.
`Ik moet ook zeggen dat het vreemd is’, zei het vrouwtje. `Eigenlijk vind ik het wel leuk dat ik nu ook aandacht trek. Ik heb jaren over straat gelopen zonder dat iemand me zag.’
`Ik heb u nooit gezien’, zei Crazy.
`Dat wil ik wel geloven’, zei het vrouwtje. `Het zal geen kwade wil van je zijn geweest, maar toch heb ik zo lang door de stad gezworven dat iedereen die me nooit heeft gezien langs me heen moet hebben gekeken.’
Ze had een zachte, innemende stem. Als je haar leeftijd moest raden aan haar stem zou je denken dat ze nog geen vijftig was.
`Ik ben blij dat je een nieuwsgierig type bent’, zei ze met een lachje. `Die twee bruten wilden me zo in de gracht gooien. Misschien dat jij aardiger bent en wat meer aandacht aan mijn afscheid van de wereld wilt besteden.’
Mireille, die zag dat Crazy in gesprek was, kwam aarzelend dichterbij. Ze keek in de kist.
`Ze is het’, schrok ze. `Het vrouwtje uit de Disco.’
Crazy keek haar verbaasd aan.
`Ik heb haar al gezien in de Disco. Ze zat op de wc en ze was dood.’
`Dat klopt’, zei het vrouwtje. `Jij ging van je stokje, nog voor ik wat kon zeggen.’
`Ik kon er niks aan doen’, zei Mireille. `Ik schrok me kapot.’ Ze voelde zich een beetje schuldig.
`Waar sjouwen ze met u naartoe?’ vroeg Crazy.
`Bij de Disco hebben ze me meegegeven aan een paar lijkenpikkers. Kijk, normaal hadden ze er de politie bij moeten halen, maar dan hadden ze de zaak wel kunnen sluiten. Je had eens moeten zien hoe die kelners in paniek waren toen ze me vonden. Ze deden alsof hun zaak er onmiddellijk door naar de knoppen ging.’
Ton van Reen: Katapult (20)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine for art & literature
More in: - Katapult, de ondergang van Amsterdam, Reen, Ton van