J.-K. Huysmans en de goede zeden
MET HET OOG OP DE KWETSING VAN DE GOEDE ZEDEN
Joris-Karl Huijsmans en een zigeunerkamp in Tilburg
Door Jef van Kempen
Op een mooie augustusavond in 1873 arriveerde, met veel rumoer, een grote groep zigeuners op het Piusplein in Tilburg. Volgens de Tilburgsche Courant: “ boezemden dezelve wegens hunne smeerigheid en havelooze kleederdragt (sommige waren slechts gedeeltelijk met lompen gedekt) een waren afkeer in.” De Parijse schrijver Joris-Karl Huijsmans (1848-1907) logeerde die maand bij zijn oom, de kunstschilder en tekenleraar Constantijn Huijsmans, die aan het Piusplein een woning met atelier had. Joris-Karl Huijsmans stond aan het begin van een glansrijke literaire carrière, als schrijver van geruchtmakende boeken als A Rebours en Là -Bas. Hij was bevriend met Emile Zola en Paul Verlaine. Enkele jaren later legde Huijsmans zijn ervaringen in Tilburg vast in een verhaal: Un campement de Bohémiens (Een zigeunerkamp).
In tegenstelling tot zijn collega van de Tilburgsche Courant had de jonge Franse schrijver genoten van het schouwspel: Vrouwen met flonkerende ogen, met blinkende tanden, gekleed in onbeschrijflijke lompen, in haveloze hemden die door hun scheuren naakt blank vlees lieten doorschemeren. (…) Prachtig was dit schelmenkamp bij het schijnsel van het vuur. De gezichten lichtten plotseling op bij het knetteren van houtblokken, en van allen leek de licht gekleurde huid als van een vloeibaar goud doordrongen.
Enkele dagen later, bij de aftocht van de zigeuners, schreef de krant vol venijn: “Wij wenschen hun een goede reis, in de hoop hen nooit weer terug te zien, niet alleen wegens hunne brutale bedelarij, maar vooral met het oog op de kwetsing van de goede zeden.” Huijsmans had vooral oog voor een mooie zigeunerin: Ik wandelde rond de tenten, toen een jonge vrouw van een aanbiddelijke schoonheid, mijn hand greep en zei: “Mijnheer, geef me tien stuivers!” Ik aarzelde, dat beken ik, toen ze zich een weinig bukkend mijn hand kuste met haar geheel met wondermooie tanden versierde mond, als druppels kwikzilver die dartelen in een rozeblad! Die augustusnacht zou hij van haar dromen. Op de plaats waar de zigeuners destijds bivakkeerden, staat nu een wanstaltige Amerikaanse hamburgertent.
(Gepubliceerd in: Het Brabants Dagblad, 2002)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive K-L, J.-K. Huysmans, Jef van Kempen, Joris-Karl Huysmans, Literaire sporen