BERT BEVERS: OVERVLOED (TRANSLATION 6)
Overvloed
In de naslaap waad ik langzaam water
in. Dat doe ik nooit. Als ik me druipend
afvraag wat ik hier te doen sta verrijs jij.
Met het jonge slanke lichaam dat ik ken
van oude foto’s, gekartelrand en al, maar
met het hoofd dat ik zo zachtjes streelde
toen je bijna aan je laatste adem. Weet je
nog? Je glimlacht. “Wat krijgen we nou?
Jij gaf toch helemaal niets om zwemmen,
jongen?” zeg je. En je drukt me nat tegen
je borst die zo op de mijne lijkt. “Dag pa,”
zeg ik. “Dag papa. Waar ben je al die tijd?”
Bert Bevers
Ufarassus
Afar slepa wada saino in wato
Ni aiw taujau þata. Jabai
sildaleikja hva tauja her, usreisis.
Miþ juggamma þraihanamma leika þatei kann
fram alþaim frisahtim, akei
miþ haubida þammei ik smeita hnasqo
þanuh wast in aftumistin mela. Waist
nauh? Ufhlohis. „Ni fraþja!
Niu þus swimman wulþrais ist,
frijond meins?“ qiþis. Jah anapraggis mik nataba du
baurstai þeinai, ist swaswe sei ist meina.
“Afsatja atta,”, qiþa. ƕar is allai þizai ƕeilai?
Gedicht Bert Bevers
Vertaald naar het Gotisch (Gaskeiriþ ist þairh Runareik ( hroþiland ) jah J.G. Quak jah Þomas Hairdeis (Thomas de Herdt))
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Overvloed, TRANSLATION ARCHIVE