Ton van Reen: Katapult, de ondergang van Amsterdam (23)
Ton van Reen: Katapult, de ondergang van Amsterdam (23)
`Hoe heet ze?’
`Dat weet ik niet. Ze heeft ons haar naam niet genoemd.’
`Bij leven heette ik Jannie Jasmijn’, zei het vrouwtje.
`Verrek,’ zei Albert getroffen, `Jannie Jasmijn. Je was een beroemdheid toen ik nog jong was. Je moet toen al in je nadagen zijn geweest, maar je was een uitstekende zangeres.’
`Dat werd wel gezegd’, zei het vrouwtje grimmig.
`Ik heb mijn vader vaak over je horen vertellen’, zei Albert. `Hij had je zien optreden in de danstenten aan het Rembrandtplein. Ik wist niet dat je zo oud bent geworden. Ik weet niet anders dan dat je bent gestorven toen je nog beroemd was, want ik heb al jaren niets meer van je gehoord.’
`Je hebt gelijk’, zei het vrouwtje. `Een jaar of dertig geleden was ik nog bekend. Zo had ik de geschiedenis willen ingaan, dan had ik nu in elke encyclopedie gestaan. Ik heb mezelf overleefd.’
Crazy zette water op voor koffie. Het geruis van het gaspitje schiep een huiselijke sfeer in de kamer.
`Eigenlijk heette ik Heintje Steinbach’, zei het vrouwtje. `Maar mijn manager vond dat niet klinken. Jannie Jasmijn klonk veel meer Mokums.’
`Je zong toch ook in het Mokums’, zei Albert.
`Dat was een van mijn talenten’, zei het vrouwtje. `Ik kon zingen wat me voor de voeten kwam, elke taal, elk dialect.’
`Er waren ook heel wat onaardige verhalen over je in omloop’, zei Albert.
`Zeg het maar gerust’, zei het vrouwtje. `Ze zeiden dat ik een hoer was.’
`Zo erg was het nu ook weer niet.’
`Het was toch waar’, zei Jannie fel, en dat klonk heel raar, want welke vrouw zou toegeven dat ze een hoer was! `Ik gaf me af met de verkeerde mensen. Het is jammer dat ik dat pas later wist. Te laat, anders was ik misschien geëindigd als een nette mevrouw, achter gordijnen en bloempotten, want ik heb heel wat dure jongens aan de haak kunnen slaan.’
`Misschien was je dan zelf zo’n bloempot geworden’, zei Albert.
`Je hebt gelijk. Zo’n mevrouw, dat was voor mij niets geweest. Maar ja, als het te laat is, daarna pas ga je redeneren. Dan kun je de dingen niet meer doen die je achteraf eigenlijk graag had gedaan. Ik heb er vaak van gedroomd kinderen te hebben. In de jaren dat ik ze had kunnen krijgen, had ik er nooit tijd voor.’
Ze waren er stil van. Mireille huilde een beetje. Ze kon niet tegen dit soort gesprekken.
`Je hoeft er niet om te huilen kind’, zei het vrouwtje. `Zo draait het leven zijn rondjes. Pas achteraf weet je wat goed voor je zou zijn geweest.’
Het water kookte. Crazy zette koffie. Het viel hem nu pas op dat het vrouwtje sprak zonder dat haar mond bewoog. De stem kwam uit haar als uit een sprekende pop.
`Op de plaats waar nu de Disco staat,’ zei het vrouwtje, `daar stond vroeger mijn eigen cabaret. Daar ben ik jarenlang de trekpleister geweest. In de jaren twintig. Het gaat zo voorbij. Over een jaar of tien zal de Disco ook verdwenen zijn. Dan staat er weer een tent die past bij de volgende mode. God weet komt er weer een tijd dat ze de valeta dansen en dat jongens meisjes het hof maken.’ Daar moest ze zelf hard om lachen.
`Alles is mogelijk’, zei Crazy. `De geschiedenis herhaalt zich.’ Zijn stem klonk alsof hij het zelf niet geloofde.
Ton van Reen: Katapult (23)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine for art & literature
More in: - Katapult, de ondergang van Amsterdam, Reen, Ton van