P.C. Boutens gedicht: Avondwandeling
P.C. Boutens
(1870-1943)
Avondwandeling
Langs de lampverlichte straten,
Onbewust als ademhalen,
Tusschen vreemde menschgelaten
Loop ik avondlijk te dwalen.
Doffe wanden wijken. Leef ik
Dieper of ondieper leven? –
Licht door lichte wezens zweef ik
Als gezamenlijk geheven.
Oogen peilen, oogen stralen
Van gedachten vluchtger, lichter
Dan waar woorden van verhalen
In de wijzen van den dichter.
Wondere geheimen kelken
Rooder monden volle boorden –
Schromen voor het ras verwelken
Der ontbloeide bloemewoorden.
Kussen konden wij en dansen
Al nachts glansbeslagen uren,
Maar wij kiezen ons verschansen
In dit klare koele turen
Waar wij geven en ontvangen
In en uit onze eenzaamheden
Schatten nooit bekend verlangen,
Levens zuivre diepste reden.
P.C. Boutens poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Boutens, P.C.