Esther Porcelijn: Ehm excuseer mijnheer…
Esther Porcelijn
Ehm excuseer mijnheer…
Een man komt vluchtend op, in paniek, kiest heel precies zijn positie. Hij is alleen.
Hij doet zijn boordje goed.
“klop klop.. wie is daar? IK….. ja…”
Er lopen verschillende vrouwen langs, met snor, bril, lelijk, mooi.
Bij één biedt hij zich aan om tegen te spreken, maar ze reageert niet.
Er komt nog een vrouw aan, hij biedt zich aan en..
“Ehm excuseer meneer.. kunt u mij de weg naar het station vertellen?”
De weg, de weg, nou.. ja….
De weg naar het station? Of ik die zomaar kan vertellen?
Er is niet één weg mejuffrouw, u zou rechts, links kunnen, onzichtbaar, of koprollend.
Ik zou u op mijn rug kunnen dragen, als hond of als paard.
Als paard naar het station, met u op mijn rug.
Dan zijn we op weg, op weg.
Ze dulden geen paarden in de trein mejuffrouw, dat is toch wel lastig denk ik, zorgt voor weerstand kan ik u wel vertellen, vermoed ik.
Maar als u mij als paard nou even in uw aktetas doet?
Dat scheelt ook nog tijd.
Waar gaan we dan heen?
Vrouw: weerzinwekkend.
Man: Spannend hè?
Waar zullen we heengaan, u ziet eruit als iemand die houdt van verre oorden, op weg naar verre oorden. Lijkt mij wel wat.
Zimbabwe?
Duurt even, maar als paard ben ik zeer vermakelijk.
En als we daar zijn, haalt u mij weer uit uw aktetas, of stiekem in de trein, zo nu en dan als niemand kijkt.
U weet de weg niet hè?
Nou, ver kan het niet zijn, nog niet op de helft van de wereld.
Ook nog wel fijn samen.
Recht door, het had iets te maken met rechtdoor…
Doorsteken over de oceaan.
Met wat hooi komen we denk ik een heel end.
Maar als we eerder willen uitstappen kan dat ook, dan pakken we de boot om onder water wat vissen te zoeken.
We moeten natuurlijk wel wat eten.
En als u verliefd wordt op.. op… de natuur, dan wil ik daar ook best wat tijd voor vrijmaken.
Al zullen mijn paardenhoeven zo af en toe klikken, zelfs op zand klikken ze, mooi klinkt dat hoor, poeh, nou en of!
En aangezien ik dan paardenbenen heb, heb ik, u hoort het al, BENEN, en met benen kun je een stuk meer.
Vrouw: Potsierlijk!
Man: Spannend hè?
Maar goed, u moet dus twee rondjes lopen, en dan op één arm tegen het stoplicht leunen, aan de rechter kant. Anders komt u er niet, echt waar eerlijk niet!
U moet en zal er komen.
Het is in elk geval nooit dichtbij, dat is iets dat zeker is.
U ziet eruit als iemand die grote stappen kan maken, ondanks uw zeer delicate voetformaat.
Maar u zet stappen, en niet zomaar stappen, grootse stappen, op weg naar verre oorden.
O en als we nou eens omlaag gaan, richting Australië, waarschijnlijk nog midden in Australië ook, zal je altijd zien!
En dan kunnen we picknicken op Ayers Rock.
En kijken hoe de Aboriginees larven eten, van die dikke witte, en het kopje blijft leven, daar moet je hem vastpakken, bij het kopje. En dan HAP.
Maar het was dus perron 3, perron drie is niet zo ver, als het nu 4 was, had dat behoorlijk uitgemaakt, trappenstelsels lopen soms erg in de knoop, en voor je het weet, moet je iemand met erg lange nagels hebben, zonder dat die je openkrabt..
Vrouw: begint op zijn rug te krabben
Man: Oee ja daar..iet lager, werkelijk iets lager ja, já dáár, precies daar, oei nee net mis ha.. haa… ja ja ja ja ja…
Vrouw: (krabt nog altijd op zijn rug) Ik moet echt gaan meneer, ik ben te laat.
Man: Maar mens! Vrouw, edele dame, snap dat dan. U komt nooit te laat want we zullen overal zijn, we zijn waarschijnlijk eerder te vroeg dan te laat..
Vrouw: Ik moet toch echt gaan
Man: pakt haar hand vast en gaat door zijn kniën. Dat hoeft niet, u houdt meer van luxe, ik snap het al, luxe. We kunnen ons baden in luxe.. dat gaan we doen, we gaan naar de noordpool en ons baden in ijskoude luxe, als zeehonden onze huid vetten met luxe.
Het uitsmeren over onze gezichten en ik ga u vertellen hoe prachtig luxieus u eruitziet.
Vrouw: Ja het is zo ver. Ik heb mijn trein gemist.
Man: pakt haar vast Dat is niet altijd zo zeker, want perron drie is toch echt minder ver, u haalt het, u kan het, het is onbeschrijfelijk dichtbij.
Vrouw is ondertussen al begonnen met lopen naar de deur, de man zakt langs haar lichaam omlaag en hang aan haar been, zij sleept hem voort.
Kunt u misschien niet tegen de warmte.. de hitte van de zon is zeker iets om te overwegen, en op de noordpool kan hij zeer sterk zijn. We smelten samen..
De vrouw kijkt hem treurig aan, schudt hem van haar been, en vertrekt.
De man is alleen.
U bent al te laat, u zal er nu niet meer komen, pas om 12.34 gaat er iets richting de wereld, tot die tijd bent u verloren madamme!
De man staat op, kijkt om zich heen, loopt naar de deur waar hij vandaan komt, doet hem open, wordt bang. Hij pakt zijn biezen en loopt af terwijl hij zijn boordje goed doet.
Esther Porcelijn: Ehm excuseer mijnheer…
kempis.nl poetry magazine
More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther