Edith Södergran: 2 gedichten
Edith Södergran
(1892-1923)
De boom uit mijn kinderjaren
De boom uit mijn kinderjaren staat hoog in het gras
en schudt zijn hoofd: wat is er van je geworden?
Zijn verwijten staan als pilaren in de rij: onwaardig ga je onder ons!
Je bent kind en moet alles kunnen.
Waarom ben je in de banden van een ziekte geketend?
Je bent mens gebleven, vreemd gehaat.
Toen je kind was voerde je lange gesprekken met ons.
Je blik was wijs.
Nu willen wij je het geheim van het leven vertellen:
de sleutel van alle geheimen ligt in het gras van de frambozenhelling.
Wij willen je voor het hoofd stoten, jij slapende.
Wij willen je wekken, dode, uit je slaap.
Zonder titel
De maan weet … dat hier bloed zal vloeien vannacht.
Langs koperen stroken boven het meer komt het stellige weten:
Tussen de elzen zullen lijken liggen op het prachtige strand.
De maan strooit haar mooiste licht op het mysterieuze starnd,
De wind is een klaroen tussen de dennen
Wat is de wereld mooi op dit verlaten uur.
Edith Södergran poetry
kempis poetry magazine
More in: Archive S-T, Södergran, Edith