Anton Eijkens: Vademecum van een liefhebber (13 – slot)
Anton Eijkens
Vademecum van een liefhebber (13)
Epiloog
Ik zei vannacht en hield de beker hooggeheven:
“De volle kroes zij immer ‘t teken van mijn leven.”
Vanmorgen werd ik wakker naast mijn trouwe kroes,
waarvan niets dan ‘t armzalig oor was heel gebleven.
*
Er komt een dag, dat brood en wijn
onaangeroerd op tafel staan;
wij zullen niet meer samen zijn
en moeten vreemde wegen gaan.
Er komt een dag, dat wij niet meer
in liefde zacht geborgen zijn.
Hoe proef ik bitter het weleer
hier in dit brood, in deze wijn.
*
O mens die zonder rust of duur
naar ‘s werelds bonte vreugden haakt,
gedenk, zij vroeg of laat het uur,
dat gij van aarde zijt gemaakt
en weer tot aarde keren zult:
en broze kruik, tot aan de rand
nu nog met wijn en geur gevuld
maar eenmaal scherven in het zand.
Anton Eijkens: Vademecum van een liefhebber (13)
Epiloog
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive E-F, Eijkens, Anton