Albertine Kehrer: Verlangen
Albertine Kehrer
(1826-1852)
Verlangen
O! een gloeijend verlangen doortintelt mijn borst
Naar de aanschouwing van ‘t eeuwige schoon;
O! mij kwelt een onleschbare, een brandende dorst……
Wordt mij nimmer verkwikking geboôn?
Onuitsprekelijk heimwee naar ‘t zuiver genot
Der Natuur in oorspronklijke pracht,
Grootsch en schoon als ze kwam uit de hand van haar God –
Wordt nimmer uw kwelling verzacht?
O mijn God, schiept ge in mij een verlangen zoo rein,
Opdat eeuwig die zucht onbevredigd zou zijn?
Of – maakt dat genot, dat op aarde me ontvlugt,
Eens een deel uit der hemelsche vreugd?
Eens een deel uit van Edens herwonnen genucht,
Welks hope mijn boezem verheugt?
Een deel van dat heil, dat geen oog heeft aanschouwd,
Dat geen sterfelijk oor nog vernam,
Welks volheid geen menschelijk hart werd vertrouwd
In geen’s menschen verbeelding ooit kwam?
Albertine Kehrer poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Albertine Kehrer, Archive K-L, Kehrer, Albertine