Ton van Reen: DE GEVANGENE XIV
Ton van Reen
DE GEVANGENE XIV
Meneer Pesche had restaurant Varsgarten geërfd van zijn vader. Als kind had hij in de tuin gespeeld met het kind van de toenmalige gerant. Landveroveren bijvoorbeeld hadden ze gespeeld. Met een groot mes sneed meneer Pesche, die toen nog geen meneer Pesche was, altijd te veel van het land af van de zoon van de gerant, de latere gerant. Als de latere gerant kwaad werd en zei dat meneer Pesche te veel van zijn land nam, sneed meneer Pesche nog meer af van het land van de latere gerant.
De latere gerant speelde vaak slingeraap. Meneer Pesche durfde nooit. Hij was bang dat hij in de beek zou vallen. Zwemmen kon hij niet. Hij had het nooit kunnen leren. Hij had handjes waarmee hij in het water geen weg wist. Zijn handen waren nog steeds zo klein. Als hij iets wilde pakken, moest hij dat met zijn armen doen.
Samen bouwden ze speelgoedhuizen, de latere gerant en de latere meneer Pesche. Omdat die van slap papier waren, vielen ze al in elkaar als iemand het waagde te zuchten. Dan gooiden ze alle speelgoed en alle ingevallen huizen op een hoop en staken er de brand in. Later hadden ze nooit een huis beter zien branden dan de huizen die ze zelf bouwden uit papier en aan elkaar lijmden met een half gekookte aardappel, en die in elkaar vielen als ze alleen maar zuchtten. De plakaardappels gooiden ze in de as. Ze begonnen te stinken en veroorzaakten een lucht zoals die in oerwouden hing. Apen en andere dieren waren er dol van geworden, hadden zwammen gekregen in hun hersens, zodat ze wat verstand aanging bij de mensen achterbleven.
Als ze slingeraap speelden, de aankomende gerant in de boom en de aankomende meneer Pesche onder de boom, stond de vader van meneer Pesche er hoofdschuddend naar te kijken. Hij was bang dat zijn zoon acrobaat wilde worden. Dat hij daarvoor oefende door slingeraap te spelen. De wens van de vader was dat de zoon het deftige en goed beklante restaurant Varsgarten, dat hij met eigen handen had opgebouwd uit de opbrengst van soepen en schotels, zou overnemen. Om de scepter te zwaaien over kokende en pruttelende potjes en pannetjes en schoteltjes met voer.
Voor zichzelf had de vader al een vleugel gereserveerd met een piano. Hij wilde nog aan kunst doen voordat hij dood zou gaan. Om niet voor niets geleefd te hebben. Hij besefte dat men niet alleen kon leven voor potjes en schoteltjes voer. Hij had er zich meermalen op betrapt dat hij noten schreef op een vel papier, dat hij die noten probeerde te neuriën. Later schreef hij er een bestelling voor eten overheen. Van de noten zag hij nooit meer wat. En aan voer had hij zijn handen vol.
Was het een wonder dat de jonge meneer Pesche kaartenhuizen bouwde en huizen van papier? Hij wilde het goed beklante restaurant Varsgarten niet overnemen, noch het nieuwe en nog niet beklante hotel Eden, dat vanaf de eerste dag van zijn bestaan de kwade naam had dat men er meisjes mocht uitkleden voor geld. Hij had de brand willen steken in restaurant Varsgarten. Hij had voorgesteld het te verkopen toen hij oud genoeg was om het te erven. Maar zijn vader wilde er koste wat het kost pianospelen. Toen hij toch de zaak had overgenomen, was het hele huis verdrietig geworden. De klanten gingen lopen. Aten liever in hotel Eden, waar ze als aperitief een mooie meid konden krijgen. Zijn vader was gestorven. Zelf was hij verhuisd naar de Libertystraat. Alleen de gerant was gebleven. Meneer Pesche bleef hem salaris betalen. Daar had hij vrede mee.
Meneer Pesche was er blijven eten. Hij dacht dat het goed was soms te kunnen praten van: zeg, weet je nog van toen en toen? Van dat slingeraap spelen? Denk je nog wel eens aan de plakaardappels die we in het vuur gooiden als we de papieren huizen verbrandden?
(wordt vervolgd)
fleursdumal.nl magazine
More in: - De gevangene