Ton van Reen gedicht: de eieren man
Ton van Reen
de eieren man
Soms
kwam de man naar hier
met een geknoopte handdoek
vol eieren
hij was van riet
een stuk licht riet uit de polder
doch zijn hart was zwaar
als lood
en zijn ziel was geronnen
tot een uitroepteken
zoiets van pijn
tussen zijn ogen
hij had bevende handen
en ogen
die de nacht verrieden
in zijn denken
maar om zijn lippen
lag iets van kristal
een beetje breekbare
zuivere liefde
wat eigenlijk vreemd was
aan zo’n man
zijn lange passen
maakten dat het Pasen werd
daarom heette hij ook
de Eieren Man
daarom ook lag er
een glimlach in het kristal
om zijn lippen
en achter zijn nachtogen
blonk dan iets
waar ik erg veel van hield
Uit: Ton van Reen, Blijvend vers, Verzamelde gedichten (1965-2007). Uitgeverij De Contrabas, 2011, ISBN 9789079432462, 144 pagina’s, paperback
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive Q-R, Reen, Ton van