Ton van Reen: DE GEVANGENE XXIII
Ton van Reen
DE GEVANGENE XXIII
Scherven
Als het meisje zich ‘s avonds ging uitkleden, stak ze haar hand in haar trui en haalde er een scherf uit. Alsof het gewoon was voor een meisje om een scherf tussen haar borsten te dragen. In plaats van een ijzeren medaille. Of een die verzilverd was, of verguld. En die de beeltenis droeg van de vermoorde president Kennedy. Die had wat goddelijks nagelaten toen hij schuin over zijn vrouw in de auto viel nadat Lee Harvey Oswald voor rechter en beul had gespeeld en hem enkele kogels in het lijf had gejaagd. Alsof dat hoognodig was en iemand dat zou kunnen waarderen. Zo’n president kreeg meteen een goddelijke tik mee. Geen wonder. Wat het aanzien van de mensen heeft, mag je rustig goddelijk noemen. De beeltenis van een vergoddelijkte president mag je in medailles slaan. De meisjes mogen die tussen hun borsten hangen, of, als ze die nog niet hebben, op hun hemd spelden. Waar toch niemand zoiets ziet.
Het meisje haalde de scherf uit haar truitje. Als Leo het gezien had, zou hij beslist gedacht hebben dat het de scherf was die ze korporaal Waskop uit zijn kop hadden getrokken voordat ze het gat in zijn hersens vulden door er kaarsvet in te laten druipen. Die scherf was het niet. Het was ook geen scherf van de granaat die Leo had getroffen, die hem zijn benen aan de oorlog had doen verspelen.
Leo, die nu de twintigste verjaardag van het verlies van zijn benen achter zijn raam vierde, hoopte dat hij met zijn hersens tegen de grond zou kwakken, voorover of achterover. Dat zijn schedel open zou barsten en dat zijn hersens rond zouden spatten door het woonvertrek. Of dat zijn hersenpan langzaam maar zeker leeg zou lopen en hij alleen nog glazig zou kunnen kijken. De scherf van het meisje was zomaar een scherf. Leek nergens op. Het kon een panscherf zijn. Als je hem niet van dichtbij zag, kon je niet weten of het lood, ijzer of keramiek was. De scherf was van een onbepaalde kleur. Het kon zijn dat de huid van het meisje afgaf. Of dat de truitjes van het meisje hadden afgegeven in andere kleuren. Een hoeveelheid kleur naargelang het meisje had gezweet. Zoiets kon de eigenlijke kleur van het meisje niet onberoerd hebben gelaten.
Men kon aannemen dat de scherf uit de oorlog was. Hij was blijven liggen in de Libertystraat. Of ergens in blijven steken. Het meisje had de scherf opgeraapt. Misschien had de scherf een mooi kleurtje. Had het meisje de scherf uitgepeuterd? Alleen om het uitpeuteren? Had ze daarna de scherf mooi gevonden?
De scherf was mooi. Zeker. Het was een zuiver brok van een of ander materiaal. Langs de kanten mooi gekarteld. Een onbekend beest had er zijn harde en diamanten tanden ingezet. De afdruk van zijn tanden was blijven staan. De scherf had nu zo’n kleur die zo helemaal eigen was aan het meisje dat ze hem nog onmogelijk kon weggooien. De scherf betekende voor haar iets uit de oorlog. Zeker niet ongewoon. Allemaal hebben we wel iets wat een souvenir uit de oorlog is. Al is het een te klein of te groot hart. Bovendien, het meisje was een oorlogskind. Daarom was de scherf voor haar ook een souvenir uit haar jeugd.
(wordt vervolgd)
fleursdumal.nl magazine
More in: - De gevangene