Thomas van der Vliet: Het Incident
Het Incident
Geachte Heer en Mevrouw Waasdorp,
Via deze weg wil ik graag nog even terugkomen op het incident van 13 november jongstleden.
Het spijt ons –ik moet hier specifiek Mevr. Van Eeken, onze gewaardeerde docent Aardrijkskunde, ook niet onbenoemd laten- ten zeerste dat wat begon als een klein voorval, zo uit de hand kon lopen. In het verlengde hiervan doet het ons zeer veel verdriet dat de schorsing van uw zoon Wesley dan ook niet vermeden kon worden.
Als school staan we ontegenzeggelijk voor goed onderwijs, maar vooral ook voor inclusie, we vormen immers het voorportaal van de maatschappij. Het feit dat Wesley in zijn periode van schorsing niet deel kan nemen aan het onderwijs –en in feite dus aan de maatschappij – raakt óók ons diep in ons onderwijshart.
In het gesprek wat we 15 november hebben gevoerd op school was er achteraf gezien iets teveel emotie om objectief te bespreken wat er nou daadwerkelijk was gebeurd. Om die reden vinden we het belangrijk om middels deze brief enkele –in onze bescheiden optiek- onderbelichte aspecten nog eens aan te stippen.
Laat ik voorop stellen dat Wesley een immer aanwezige leerling is binnen de muren van onze scholengemeenschap. Een energieke jongen die door docenten vooral omschreven wordt als vindingrijk en sociaal georiënteerd. Iemand die zelden tot nooit ziek is en nooit te beroerd is om zijn mening in de klas te geven. Iets wat wij als voorstanders van dialoog en debat alleen maar kunnen toejuichen.
Natuurlijk, hij is wel eens betrokken geweest bij vechtpartijen, pesterijen, enkele bewezen gevallen van fraude bij schoolexamens en drugshandel op school. Maar laten we geen oude koeien uit de sloot halen. Voor het laatste heeft hij overigens zijn straf al gehad toen hij drie maanden in detentie zat in Sassenheim. Ook toen was Wesley een lange periode verstoken van (goed) onderwijs. In dat opzicht kunnen we stellen dat de huidige situatie ons des te meer zorgen baart.
Ik kan me niet voorstellen dat Wesley thuis wel inzet toont en een wezenlijke bijdrage aan bijvoorbeeld het huishouden levert. Zelfs een bordje naar de keuken brengen is waarschijnlijk al teveel gevraagd. Op school herkennen we dat wel. Als we hem vriendelijk vragen om een geleend boek terug te leggen in de kast wenst hij ons steevast allerhande ziektes toe, waarbij we vooral de rattentyfus en de grafebola niet onbenoemd willen laten. Wenst hij u deze creatieve ziektes ook toe als u hem vraagt een kommetje kerriesoep weer op het aanrecht te zetten? Van meehelpen in het huishouden kan geen sprake zijn. U zou het eigenlijk beter tegenwerken van het huishouden kunnen noemen als u eerlijk bent. Dat brengt me eigenlijk meteen terug naar de kern: Eerlijkheid. Daar schort het toch wel een beetje aan bij Wesley. Mag ik dat zeggen? De wijze waarop hij de ene na de andere leugen schijnbaar zonder enige moeite tussen zijn ongepoetste tanden door laat glippen, is even onbeschoft als zorgwekkend te noemen. Maar dit terzijde.
Laten we nog even terug gaan naar die bewuste middag vorige week. Ik zal de situatie zo objectief mogelijk trachten te schetsen.
Wesley kwam (wederom) tien minuten te laat in de les bij mevr. Van Eeken. Volgens zijn zeggen was hij vanwege een toiletbezoek te laat. Dat leek Mevr. Van Eeken wat overdreven en zij heeft mij telefonisch op de hoogte gesteld. We hebben polshoogte genomen bij de toiletten op de eerste verdieping en troffen daar op de muur een onrealistisch groot getekende jongeheer aan. Met veel aandacht –als ik een hang naar drama had, zou ik “liefde” zeggen- met zwarte watervaste stift op de muur gekalkt. Precies zo’n marker vonden we in de tas van Wesley. Helemaal bewijzen kunnen we het uiteraard niet maar het riekt er toch wel naar dat Wesley deze kunstuiting op zijn palmares kan schrijven. Op ingeleverd werk vonden we immers tekeningen die ernstige overeenkomsten vertoonden met het kunstwerk in de toiletten. Hier was verder forensisch sporenonderzoek in onze optiek dan ook overbodig. Overigens konden we in het toilet niet de kenmerkende geur van Wesley’s uitwerpselen waarnemen, wat de achterdocht jegens Wesley’s vermeende onschuld deed groeien.
Enfin, Wesley was na deze betichting onzer zijde zo verbolgen dat er geen spreekwoordelijk land meer mee te bezeilen was. De woorden die hij hierbij gebruikte kan ik lastig herhalen, maar kwamen er op neer dat Mevr. Van Eeken de betreffende marker in haar vleesportemonnee kon opbergen. Volgens Mevrouw Van Eeken was dit verzoek gekoppeld aan een irreëel verwachtingspatroon en leek bovendien fysiek onhaalbaar gezien de medische status van Mevrouw Van Eeken. Wesley maakte hier op onvolwassen wijze misbruik van de uitgelekte kennis betreffende mevrouw Van Eeken’s recente operatie in de onderste regionen. Hoewel uitgelekt hier misschien een onhandig gekozen term is.
Toegegeven, iedereen verdient een tweede kans, maar over een eventuele zesentwintigste kans zijn de kaarten wat mij betreft nog niet geschud. Ik heb hier echter weinig over te zeggen zolang het Bestuur van mening is dat we leerlingen niet kunnen verwijderen voordat we op zijn minst van doodslag kunnen spreken. Ik kan wel verklappen dat het voltallige docentencorps er in hoge mate tegenop ziet om het kadaver dat Wesley genoemd wordt, weer met zijn beschimmelde blik door het schoolgebouw te zien struinen. Wat hij hier komt halen weet dan ook geen mens. Het zou mooi zijn als er een beroep zou zijn waar het tekenen van strakke plassers tot de kerntaken behoort, maar zolang dat er niet is, zien we het somber in wat betreft de toekomstkansen van Wesley.
Ik zou deze brief kunnen besluiten met de verwachting uit te spreken dat het vanaf nu anders zal gaan, maar we weten allemaal wel beter. Waarschijnlijk spreken we elkaar binnen luttele dagen om het volgende incident te bespreken. We kunnen enkel hopen dat jullie dan als gezin iets meer gewassen ten tonele zult verschijnen. De exotische mengeling van even grote delen knoflook, opgedroogd zweet en iets wat ik enkel kan omschrijven als menselijke ontlasting, is vrees ik in het leer van onze fauteuils getrokken om erin te blijven wonen.
Hoogachtend,
Drs. J. Schuddetrut
Rector O.S.G. Balthasar Gerards
Tekst: Thomas van der Vliet
Thomas van der Vliet is van oorsprong een muzikant. Hij heeft met zijn band The Bullfight in 2022 nationaal hoge ogen gegooid (**** – Volkskrant) met het spoken word album Some Divine Gift, waarbij hij gedichten en korte verhalen van onder andere Barry Hay, Spinvis, Alex Roeka en David Boulter (Tindersticks) op muziek heeft gezet.
Als schrijver was Van der Vliet eerder betrokken bij educatieve uitgaven (Uitgeverij SWP) en als scenarist voor een korte film voor het Rotterdams Film Festival.
In 2024 verschijnt zijn romandebuut Het Interview via Uitgeverij Studio Kers. Naast de gedrukte versie zal een audioboek beschikbaar komen, ingesproken door muzikant Alex Roeka en van soundtrack voorzien door Van der Vliet’s band The Bullfight.
(linosnede door Hélène Bautista)
• fleursdumal.nl magazine
More in: # Music Archive, #Short Stories Archive, Archive U-V