Merel van der Gracht: Adriaan en de anderen (60)
Adriaan en de anderen
Een toekomstroman
waarin de literatuur wordt gered
en het Huis van Oranje tot bloei komt
door Merel van der Gracht
zestig
Adriaan en Naomi met in haar armen Deesje, arriveerden in de benedenzaal van het American Hotel. Voor de ingang was een eretribune opgericht, vanwaar ze de koets zouden zien passeren als die richting het Vondelpark draaide, het park waar de koningin het volk zou toezwaaien.
Het was al druk in het grand café waar gratis glaasjes oranjebitter werden geschonken.
Een kleine rat sprong op de vensterbank. Deesje snauwde naar het diertje.
‘Koest,’ zei Adriaan. ‘Het is Toekie Treur, het ratje van de prinsesjes. Een kleindochter van Oek. Ze schrijft kinderboeken over het leven op Zeeuwse boerderijen.’
‘Toch is het een rat,’ siste Deesje.
Adriaan pakte het ratje op en zette het op zijn schouder, om het te beschermen tegen bezoekers die niet van ratten hielden.
‘Het is hier al gezellig,’ zei Toekie. ‘Geef me het papier van de uitnodiging. Ik heb honger.’
‘Jij bent al net als je grootvader,’ lachte Adriaan. ‘Altijd hongerig naar woorden.’
‘De koets komt eraan!’ riep Belleke Noordkanaal, die dankzij haar gestukadoorde pruik en haar doorleefde gezicht steeds meer op Maxima’s schoonmoeder was gaan lijken.
De meute haastte zich naar buiten.
De koets kwam eraan, voorafgegaan door huzaren te paard en gevolgd door een open calèche waarin premier Jan Mandarijn en burgemeester Hans Oudvlerk hadden plaatsgenomen.
Naast de koningin-regentes zat paus Bodarius, de eregast van het feest, en achterin, vrolijk zwaaiend naar het publiek, de prinsesjes en koningin-moeder Trix, die af en toe een slokje nam uit het heupflesje oranjebitter dat ze bij zich had. Ze had het nodig. Het beviel de koningin-moeder nog steeds niet dat ze op het tweede plan terecht was gekomen. Ze wilde altijd in het middelpunt van de belangstelling staan, ook na haar abdicatie. Ze was iemand die bij elke bruiloft de bruid wilde zijn en bij elke begrafenis het lijk.
Enkele volgers droegen levensgrote foto’s van de zo jammerlijk verdronken jonge koning Willem-Alexander.
Maxima wendde zich naar haar gasten op de tribune en wuifde extra lang naar haar vrienden.
‘Ze is zo aandoenlijk,’ zei Deesje, wuivend met haar staart. ‘Het land kan zich gelukkig prijzen met zo’n bindende persoon.’
‘Een schat is het en haar dochters zijn ook echte schatjes,’ zei Adriaan. Hij wuifde naar de drie prinsesjes die zwaaiden naar het ratje op zijn schouder, maar hem niet zagen staan. Gelukkig zwaaide Bodarius, die naast de koningin zat, naar hem en werd hij, met het ratje op zijn schouder, gefotografeerd door Everardus, die aan de voeten van de paus zat.
Hoofdstuk 60 (wordt vervolgd)
Adriaan en de anderen: Uitgeverij Compaan in Maassluis, ISBN: 978-94-903740-6-8, aantal pagina’s: 288, prijs: € 17,90 te bestellen via de plaatselijke boekhandel of via ► Bol.com
E-mail: merelvandergracht X kempis.nl ( X = @ )
kempis.nl poetry magazine
More in: -Adriaan en de Anderen