Lys Sint Mourel
De gedenkwaardige Krygsbedryven
van Lys Sint Mourel
Vrouwen in mannenkleren (2/4)
Door Jef van Kempen
In een van de tegen haar gevoerde processen verklaarde de ‘Bredasche Heldinne’ Maria van Antwerpen zich te hebben gespiegeld aan enkele vrouwen uit haar eigen omgeving, die haar in de travestie waren voor gegaan. Een van die vrouwen was haar voormalige buurvrouw uit de Sint Janstraat in Breda: Lies Weyerman. Haar meisjesnaam was Elisabeth Sommuruell en ze was de moeder van schrijver en schilder Jacob Campo Weyerman. In zijn in 1763 verschenen biografie van J.C. Weyerman wijdt Franciscus Lievens Kersteman een hoofdstuk aan de avonturen van Elisabeth. In zijn verhaal heet ze Lys Sint Mourel.
“Meer Vrouwen hebben in Mansgewaad fortuin in den Oorlog gezogt, en roemruchtige blyken van haare kloekhartigheid in bloedige Velt- en Zee Slagen gegeven maar de gedenkwaardige Krygsbedryven van Lys Sint Mourel overtreft al het geene die van de Vrouwelyke kunne voor, en na haar tyd in het beroep van den Wapenhandel verricht hebben”.
Lys werkte op haar vijftiende in herberg De Gekroonde Zwaan aan de Heuvel in Tilburg. Op een nacht in november 1669 probeerde een Franse koopman haar te verkrachten. Lys “ontrukte schielyk en verwoed de Deegen uit de handen van den Fransman” en stak hem dood. Ze sloeg, verkleed als man, in paniek op de vlucht en liet zich ronselen door het Staatsleger. Ze zou het, onder de naam Tobias Morello, nog tot vaandrig brengen. Bij de belegering van Bonn (1673) raakte ze gewond door een schot in de borst en kwam haar ware sekse aan het licht. Door de opschudding die de onthulling teweeg bracht, kwam het voorval onder de aandacht van stadhouder prins Willem III, die haar om haar heldhaftige gedrag beloonde met een jaargeld voor haar verdere leven. Elisabeth trouwde met de uit Tilburg afkomstige beroepsmilitair Hendrick Weyerman en vestigde zich in Breda, waar ze een herberg dreef aan de Grote Markt.
Maar Maria van Antwerpen had nog een aansprekend voorbeeld uit haar eigen omgeving: een gevreesde vrouwelijke piraat die haar einde zou vinden in een kerker in Jamaica.
(Brabant Dagblad, 30 januari 2003)
More in: Jef van Kempen, TRAVESTY & POETRY