Freda Kamphuis: Beleving
Giotto di Bondone; Compianto su Cristo morto, 1304/1306 circa, Cappella degli Scrovegni, Padova
Freda Kamphuis
Beleving
‘Weggegooid geld!’, klinkt het ergens van ver en vervolgens hoort men het geluid van diverse vallende, rinkelende munten. ‘Is hier een wensput?’ denkt zij bij zichzelf terwijl zij zich draait naar de stem. Zij ziet een man aan een grote gevangenisbal, vast aan zijn enkel, met een heel zware ketting, zoals gevangenen hebben, in stomme films, onder zwart/witte pakken. Slechts pianomuziek ontbreekt, voor een juiste totaalsfeer. De man houdt een portefeuille ondersteboven boven de grond, zelfs vele briefjes zweven nu naar beneden, zoekend, naar vaste bodem. Als zijn portefeuille leeg is stijgt hij onmiddellijk op, met ketting en bal en al. Een bliksemsnel geïmproviseerde hemelpoort opent zich, gloednieuw in de nok van V&D. Tientallen gouden engelen blazen op trompetten, duizenden duiveltjes duikelen enthousiast richting koopjes. De man met de bal grijpt uitgestoken hand van één van de tientallen Jezussen, de versie van Giotto di Bondone, die toch niet dood blijkt, tenminste nu niet. Boze koopjesjagers pakken grijze plastic speelgoedgeweren, pogen de hemelse interventie te beschieten, maar gelukkig gaan de plastic kogels dwars door de gouden hemelse schepselen heen. Zelfs geld raakt ze niet en valt terug, de vloeren bezaaiend met honderden munten. Legers lege beurzen creëren inmiddels veldslagen, jagen en jagen en jagen, voor niets. De man met de bal had het goed bekeken, hij is al weg, gered door een Jezus vertrokken naar mooie heilige oorden, waarschijnlijk zonder koopjes en jagers. Nadat de laatste koopjesjager zijn laatste centen heeft geschoten, verschoten en witheet is vertrokken, sluit zich de hemelpoort en keert stilte weder, plooit zich over de nog volle schappen, de lege kassa’s, over de hele V&D heen, amen.
(c)2011 Freda Kamphuis poetry & prose
kempis.nl poetry magazine
More in: Kamphuis, Freda