Esther Porcelijn: Een nacht met de professor
Esther Porcelijn
Een nacht met de professor
(monoloog voor een wegdromend meisje tijdens college)
Hij strijkt mij door de haren.
Vertelt mij dat ik dezelfde
ogen heb als Nietzsche.
Een hand onder mijn rokje
waar vlokken…vlagen van
weemoed als kristallen brokkelen
Scribbeldiwee
Scribbeldiwa
Gedanst in de kamer met rond mij
alle kennis die ik nodig heb
om ooit net zo groots wijs te worden als hij.
Waar zitten zijn wetenswaardigheden?
Wat moet ik doen, waar moet ik op lijken
om op hem te lijken.
Zijn baard prikt in mijn hersenpan
en ik, ik zoek nog verder naar beneden
is daar iets te halen?
Kluwen vrijpostigheid
zitten zich daar te schamen
te schamen voor hun onvermogen.
Als God in de kamer was
zou hij tevreden zijn.
Het zoeken schijnt belangrijker te wezen.
Woorden als: kleistervrouw, pepermuralis, klavertjevierigheid.
Zo klinken ze in mijn oren als hij ze zegt.
Ik zal ze misschien wel nooit begrijpen.
Ze zijn doelloos
dwalen mijn hoofd in
en uit.
En dan toch..
toch wil ik dat hij verdwijnt in mij.
Zijn Kant in mijn Plato.
Zodat ik net zo goeroe..net zo scribbeldiwee
als zijn plagend gekwartselde..
Zijn questiquatis.
Hij veegt de vloer met mij aan..
Mijn voeten heeft hij vast, hij dweilt met mijn haren en schreeuwt:
“ik weet niks, ik weet niks.”
Zo wijs is hij, om te weten dat hij niets weet.
Hij zal nooit van mij houden.
Want
dat is precies hetgeen
ik niet weet.
Esther Porcelijn poëzie
kempis.nl poetry magazine
More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther