Cees van Raak gedicht: De hotelkamer
C e e s v a n R a a k
(1954)
De hotelkamer
Het register neemt zijn naam en adres op
– hoe zijn ogen razendsnel de handschrifen…
Een sleutel met een verweerd nummer
leidt hem naar de deur. Daarachter heropent
de kamer de geschiedenis
voor zijn komst (denkt hij).
Hij wilde zien, hij wilde beleven.
En het interieur eist alle aandacht.
Een massief bed, ongenaakbaar, waarop
een lichtgroene, serene sprei.
Twee stoelen, tenger, toeschikkelijk.
Een zware kast die slechts zijn binnenkant
prijsgeeft. Bij het raam,
naast de buitenwereld, een tafeltje
met een telefoon en een beduimelde gids.
Hij opent de deur van de badkamer…
Zoveel is zeker, dit alles is reeds gebruikt.
Attributen nu, die zwijgen, afwachten.
Hij heeft ervoor betaald, maar de indringer
blijft (die spanning!). Ondanks
het bloedloze aroma van proper en orde,
de anonieme geur van gewassen lakens, boenwas,
is dit de plek. Hij is binnen…
(zij was een bloot meisje,
zij was een vrouw
die haar benen spreidde)
Zien is benoemen, zien is ook
beschrijven, aanvullen, toekennen.
De frêle nachtkastjes tonen zich, geklemd
in de hoeken van het behang en dat bed.
De oren van de liefde en de leugen (denkt hij),
dadelijk openen de bolle kussens zich als ogen.
Vergeet de kastdeurspiegel niet! (hoe zij
handen omvat die haar borsten kneden,
hoe haar hoofd naar achteren draait, haar ogen
verwilderen, tanden zich ontbloten, hoe
kreunend, heftig ademend, zich bevrijdend…)
Plots grijpt hij zijn koffer, smijt hem op het bed,
opent hem gehaast, graait erin en
diept verfommeld papier op.
`Sinds haar vertrek, voor mijn aankomst
is de kamer gelucht en bezoedeld en nu ben ik er,
tastend en dromend, omdat ik zoeken moest,
omdat ik weten wilde hoe zij…’
– hoe hij, laatste bewoner van haar rijk
(zo denkt hij), zijn fantasie vette brokken voert.
Diezelfde avond zal hij vertrekken (de gekreukelde
sprei, een bevuilde asbak, een prop papier),
hij kan niet meer wachten.
Op 30 augustus 2009 wordt Cees van Raak tijdens de 12e editie van Boeken rond het Paleis in Tilburg, geïnstalleerd als stadsdichter van Tilburg. Cees van Raak (1954) is de vierde stadsdichter van Tilburg en is benoemd voor de periode 2009 – 2011.
KEMP=MAG – kempis poetry magazine
More in: City Poets / Stadsdichters, Raak, Cees van