Bert Bevers: De inkeer van de spoorzoeker
Bert Bevers
De inkeer van de spoorzoeker
Beleefde gedichten werden hier geschreven. Over thans vergeten
muiterij, nutteloos als muilezelballen. Hij nam zich ooit voor om
nooit naar dat verleden te gaan en nu is hij er toch. Binnen. Waar
hij gehoofd is, van goden de trage wedloop naar nieuwe levens
vermoedt, naar lente verlangt. Waar hij op hoort van dat fluks
verschrompelen van weten, een geluid dat ruikt naar geronnen
bloed. Kies de verkeerde vijand niet. Wij moeten mooie onbekenden
blijven, opstandelingen die niet willen herkend worden in dit oude
warnest. Toch voel je dat ze zich blijven oefenen in het vervolmaken
van de misleiding, mannen die hun hoed op het hoofd drukken bij
het vallen. Er zijn mensen, zo weet ik, die brieven schreven aan hun
koning. Van ongeldige mandaten geen weet hadden, gans de tijd
geduld. Heb in de schaduw van die bestorming met kapdragers
geen meelij. Herroepen in vlammen werd immers nooit het vonnis.
De inkeer van de spoorzoeker zal worden opgenomen in de binnenkort te verschijnen bundel: Arrondissementen (Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom). © Bert Bevers gedichten
kempis.nl poetry magazine
More in: Bevers, Bert