Maria van Antwerpen
VERBOLGEN OVER ‘MEVROUW DE NATUUR’
Vrouwen in mannenkleren (4/4)
Door Jef van Kempen
Na het verschijnen in 1751 van zijn populaire geromantiseerde biografie De Bredasche Heldinne ging het snel bergafwaarts met Franciscus Lievens Kersteman. Hij schreef nog wel een enkele avonturenroman zoals De Delfsche Juffer, maar een groot deel van zijn verdere leven bracht hij door in gevangenissen en verbeterhuizen. Zijn jongere broer Petrus Lievens Kersteman boekte nog wel succes met een bestseller in het genre van de travestietenliteratuur: De Vrouwelijke Cartouche
Maria van Antwerpen moet bij haar proces in 1751 nog hebben gehoopt op steun van de zijde van de stadhouder van Oranje, zoals Lies Weyerman was overkomen. Of tenminste op eeuwige roem, zoals bij amazonepirate Mary Read. Maar het feit dat ze in haar soldatentijd gehuwd was met een sergeantsdochter, werd haar zwaar aangerekend. Maria werd veroordeeld en verbannen. Na wat omzwervingen kwam ze in Gouda terecht waar ze aan de kost kwam als naaister. Ze ging samenwonen met een nichtje van haar hospita. In 1761 leerde ze de ongewenst zwangere prostitué Cornelia Swartsenberg kennen. Maria ging weer als man leven om met haar te kunnen trouwen. Als Machiel van Handtwerpen nam ze opnieuw dienst in het leger. In 1769 overkwam haar hetzelfde als haar in Breda was overkomen; ze werd herkend en ontmaskerd als travestiet. Door alle commotie en het langdurige proces raakte Maria verbitterd. “Het heeft my selver dikmaals verbolgen gemaakt, dat Mevrouw de Natuur soo onmededoogent, tegens myn neyging en gemoets driften, met my gehandelt heeft.” Na haar verbanning uit Gouda werd niets meer van haar gehoord. Onopgemerkt overleed ze in 1781 in haar geboortestad Breda. Ze was tweeënzestig jaar oud.
Voor de inwoners van Breda zou Maria van Antwerpen altijd hun eigen ‘heldinne’ blijven. Een Negentiende-eeuws straatlied verhaalt:
Gy dochters en vrouwen / ‘t dint u tot een leer / wilt dit wel onthouwen / van deés dochter teer / manhaftig in reden / kloekmoedig in bloed / en eerbaer in zeden / standvastig in moed / veel Jongmans die gryzen / zoo zy zyn Soldaat / wilt de meysjens pryzen / om haer kloeke daed.
(Brabants Dagblad, 27 maart 2003)
More in: Jef van Kempen, TRAVESTY & POETRY