Anton Eijkens: Vademecum van een liefhebber (12)
Anton Eijkens
Vademecum van een liefhebber (12)
Te gast bij dichters
Naar Li Tai Po
De drinker in de lente
Als ‘t leven droom is en meer niet
Waarom dan wee en ach?
Ik drink totdat ik niet meer kan,
de lange lieve dag.
En als ik niet meer drinken kan
zo barstensvol, bij God!
dan val ik voor mijn drempel neer
en slaap als een marmot.
Wat hoor ik bij ‘t ontwaken? Zingt
een vogel in een boom?
Ik vraag me af of ‘t lente is
en leef als in een droom.
De vogel fluit: de lente is
gekomen overnacht;
ik zucht ontroerd en luister hoe
hij zingt en fluit en lacht.
Ik schenk mijn beker nog eens vol,
drink hem in één teug uit
en zing totdat de volle maan
blinkt in mijn vensterruit.
En als ik niet meer zingen kan
dan doe ik weer een tuk.
Wat gaat mij toch de lente aan?
Drinken is puur geluk.
Naar Wang Wei
Toen jij hier weg ging, zei ik je vaarwel
en keek je na en vergrendelde mijn deur.
Het gras zal wel weer groeien volgend jaar,
maar jij, mijn vriend, kom jij dan weer terug?
Anton Eijkens: Vademecum van een liefhebber (12)
wordt vervolgd
kempis.nl poetry magazine
More in: Eijkens, Anton