Bert Bevers gedicht: Avondmaal
Avondmaal
bij het schilderij van Michael Triegel
Strak van zwartheid achterdoek. Of is het voorhang?
Wat zit hij daar te kijk in gillende stilte, aan een tafel
met mooi geplooid laken erover en ruimte voor
wel dertien man alleen. Zijn gezicht onbeschreven blad,
de haren eromheen lijken verse wondkorst als water
dat aan de randen van ruige sloten schoorvoetend ijs wordt.
Achter zijn rug onbekende steden vol verzonnen plattegrond,
gekneusde dromen, krimpende en ruimende einders.
Als beloning voor deugdzaam leven een kers, een erg rode.
Vrucht van paradijs naast lege glazen. Hij vraagt zich af
of je kunt stoppen met springen. Agnus Dei. Ontferm u.
De Heer zal bij u zijn in alle leegte.
(Verschenen in Brabant Literair, Den Bosch, 52ste jaargang, nummer 1, januari 2003)
Bert Bevers gedicht: Avondmaal
kempis.nl poetry magazine
More in: Bevers, Bert