Merel van der Gracht: Adriaan en de anderen (32)
Adriaan en de anderen
Een toekomstroman waarin de literatuur wordt gered
en het Huis van Oranje tot bloei komt
door Merel van der Gracht
tweeëndertig
Als een dochter
Nog voor achten stond de taxi voor Naomi’s deur te toeteren. Door Adriaan geregeld. Galant als hij was, hield hij het portier voor haar open. Hij had zich in een zwart zijden pak gestoken, met zilveren galons langs de broekspijpen, zodat hij eruit zag als een admiraal. En Deesje had een paarse strik om, waaraan een gouden medaille van het Heilig Hart bungelde. Ze glansde als nooit tevoren. Ze had haar haren ingevet met kiwi-hoogglanspoets en ze had een gouden knijpbrilletje op, wat haar een tegendraadse, intellectuele uitstraling gaf.
‘Mmm, chique,’ zei Adriaan bewonderend toen hij naast Naomi kwam zitten. Even voelde hij aan de zachte zijde. ‘Zo mooi paars. Ik heb altijd al geweten, Naomi, dat je smaak hebt. Keurig.’
‘Dank je,’ glunderde ze.
‘Daarom, om mijn smaak, heb je míj toch ook tot huispoes gekozen,’ zei Deesje die lui uitgestrekt op de hoedenplank lag.
‘Ja, jij hebt ook talent,’ zei Adriaan die de jaloerse ondertoon in haar stem had gehoord.
‘Fijn dat je me meeneemt.’ Naomi kuste zijn hand.
‘Een buitenkansje voor je. Je intrede in de echte wereld. Je zult zien: vanavond is het net als op het debutantenbal. De chique mensen brengen hun kinderen mee om ze te showen en te introduceren in hun netwerk.’
‘Jij brengt me in jouw wereld binnen alsof ik echt je dochter ben,’ zei Naomi met een brok in haar keel.
‘Zeker. Je bent mij als een dochter in de schoot gevallen. Ik heb er geen moment spijt van.’
Naomi herinnerde zich de dag dat ze Adriaan voor het eerst had gezien. Ze zat op het Atheneum van het Bisschoppelijk College in Roermond, waar in haar jeugd ook Tjeepie Paumen school was gegaan. Die dag ging ze helemaal naar Amsterdam om Adriaan te interviewen voor een spreekbeurt. Ze waren direct van elkaar gecharmeerd, de grijze, vaderlijke schrijver en het zestienjarige wicht.
Haar echte vader had ze nooit gekend. Haar moeder had zich nooit over hem uitgesproken, maar ze wist dat hij een hoge priester van het bisdom Roermond was. Hij zou nooit toegeven dat hij ‘het’ had gedaan met een meisje uit Marokko dat aan de Universiteit van Maastricht medicijnen studeerde. Nog voor haar bevalling was haar moeder getrouwd met een asielzoeker uit Somalië, maar die had zich snel uit de voeten gemaakt toen bleek dat het kind licht van tint was. Zo licht dat zijn Somalische vrienden zouden kunnen zien dat hij niet de echte vader was.
Naomi had een vader nooit gemist. Pas de ontmoeting met Adriaan had haar doen ervaren hoe prettig het was een vader te hebben, iemand bij wie ze haar hart kon uitstorten.
Adriaan had direct doorzien dat ze grote literaire talenten bezat en zij had serieuze belangstelling voor zijn werk: kortom, ze was precies de dochter die hij zich altijd had gewenst. Hij zorgde dat ze in Amsterdam kon gaan studeren en een appartementje kreeg in de flat waar ook zijn vrienden Luud en diens kater Koosje woonden. Een flatgebouw vol studententypen, verdoolde kunstenaars, verlopen schrijvers en andere intellectuelen.
Onderweg naar Krasnapolsky werd de taxi een paar maal gecontroleerd door agenten. Blijkbaar waren ze op zoek naar raddraaiers, maar één blik op het deftige gezelschap en vooral op de bekende kop van Adriaan was genoeg. Ze zagen meteen dat de paus en de koningin niets te vrezen hadden van dit tweetal en het snoezige poesje.
Voor Adriaan en de anderen: het volledige verhaal vanaf hoofdstuk 1…..HIER…..
Hoofdstuk 32 – dinsdag 27 april 2010 (vervolg woensdag)
Adriaan en de anderen verschijnt op 7 mei 2010 bij Uitgeverij Compaan in Maassluis, ISBN: 978-94-903740-6-8, aantal pagina’s: 288, prijs: € 17,90\
E-mail: merelvandergracht X kempis.nl ( X = @ )
kempis poetry magazine
More in: -Adriaan en de Anderen, Merel van der Gracht