Willem Kloos: Elk kloppen van mijn bloed is een gebed
W i l l e m K l o o s
(1859-1938)
Elk kloppen van mijn bloed is een gebed
Elk kloppen van mijn bloed is een gebed,
Wanneer ‘k de handen samen-vouwend smeke
Om één, Onkenbaar Wezen! – één, één teken
Van U, mijn God, mijn Eénge Heer, Die let
Op elke daad, gedachte of woord, o Het
Aller-aller-onkenbaarst Zijn, die ‘t weke
Bewegen mijner ziel hebt doorgekeken,
Hoe het zich-zelf in zich-zelf steeds verzet, –
O God, mijn God, Gij zijt wel gans-almachtig,
Schoon ‘k niet begrijp hoe ‘t slechte kan op de aard zijn,
Maar Gij zijt God, God-zelf, voor Wie ik, krachtig
Mens, door Uw Wil, deemoedig buig in prachtig
Vernederen mijns-zelfs in diep-vervaard zijn.
O! ‘t echte slechte nimmer kan iets waard zijn.
kempis poetry magazine
More in: Kloos, Willem