Hank Denmore: Moord in lichtdruk (48)
Hank Denmore
Moord in lichtdruk
achtenveertig
‘Mevrouw Steinbruch, er moet een fout zijn gemaakt, men heeft ergens, misschien door te royale afrondingen, vijftig centimeter plotterpapier te weinig geteld. De computermelding over dat binnendringen in een supergeheim project kan verklaard worden door een zware onweersbui. Misschien is een van de controlecomputers door een bliksemontlading gestoord, in deze tijd van het jaar komen onweersbuien veel voor. Een andere uitleg zou ik niet kunnen bedenken.’
‘Meent u dit of wilt u de fout voor uw bedrijf dekken? De regering zou een ander het werk kunnen gunnen en dat zou wel eens het einde van Sperry kunnen betekenen.’
McDonald glimlachte even: ‘Mevrouw, ik hoor wel dat u niet veel met regeringsopdrachten van doen hebt. Het gaat bij Sperry om duizenden opdrachten. Die kunnen niet zomaar door een ander worden overgenomen. Dan zou het hele defensie-apparaat plat gaan. Heus, we hebben alle mogelijke moeite gedaan om vooral de supergeheime opdrachten te beveiligen. Daar kan nooit mee geknoeid worden.’
‘U zegt nu al twee keer ‘nooit’, maar feit is dat er iets is verdwenen. Ook al komt u met een hurricane als oorzaak aandragen. We hebben in deze zaak te veel moorden gehad, óf u probeert het ons te verzwijgen, óf u weet het zelf niet. Ik ben ervan overtuigt dat Simmons iets te pakken heeft gekregen.’
Otto viel haar bij: ‘Het staat vast dat hij contact heeft gehad met een spionne en ook dat hij van haar een dikke enveloppe heeft gekregen. Als je twee en twee optelt kom je tot de conclusie dat hij iets van waarde heeft verkocht.’
‘Meneer Simmons staat bij ons bekend als een integer persoon. Bovendien is hij bij de sollicitatie grondig gecontroleerd op rode sympathieën en als daarover ook maar de geringste twijfel bestaat, wordt een sollicitant niet aangenomen. Nogmaals, u zit in de verkeerde richting te zoeken.’
Evelyne haalde het vreemde sleuteltje te voorschijn: ‘Mag ik u dan vragen of u dit sleuteltje herkent?’
McDonald keek even naar het sleuteltje en werd bleek: ‘Voor de hoofdprocessor van ons grootste computersysteem hebben we ook zo’n sleutel. Hoe komt u daar aan?’
Evelyne vertelde van de ontploffing en vroeg toen: ‘Mogen we even naar dat systeem gaan kijken? Mijn assistent Tom is computerexpert en kan eenvoudig nagaan of deze sleutel bij jullie systeem thuis hoort.’
‘Gaat u maar mee, we gaan dat direct controleren. Maar ik blijf overtuigd dat u op het verkeerde spoor zit.’
Na weer verschillende deuren, controleposten en luchtsluizen te hebben gepasseerd, kwam het kleine gezelschap in een koele ruimte zonder ramen en met koud wit licht van tientallen T.L.-lampen die achter glas waren gemonteerd. Uit een lange rij grote kasten kwam een gezoem hun tegemoet. Een man in een smetteloze witte jas kwam hen tegemoet en keek erg verrast.
McDonald vroeg of de man de hoofdprocessor wilde laten zien. Na het openen van een van de grote kasten werden tientallen rekken vol elektronische onderdelen zichtbaar. Van een kleine kast werd het deksel opengemaakt en voorzichtig wees de man naar een aluminium blok waaraan koperen leidingen gesoldeerd waren.
‘Dit is de hoofdprocessor, die bestaat uit tientallen watergekoelde chips, zonder koeling zouden die wegsmelten,’ zei hij met enige trots.
‘Waar past dan die sleutel in?’ vroeg Evelyne. Tom wees naar een klepje: ‘Daarachter zit de schakelaar, die wordt met dat sleuteltje bediend.’
‘Kunnen we de sleutel passen?’ vroeg Evelyne aan McDonald. Die keek naar de witjas, waarop deze beslist nee schudde: ‘Dat is uitgesloten, we hebben duizenden aansluitingen op deze kast. Als die uitgeschakeld worden heeft men weken nodig om alle schade weer te herstellen.’
‘Dus kan hier niemand aankomen of iedereen merkt dit meteen?’
‘Ja mevrouw, zo is het.’
‘Wordt die computer dan nooit uitgezet? Heeft die geen onderhoud nodig?’
‘Een enkele keer, als er iets defect raakt, wordt het systeem stilgelegd, maar dat wordt dan in fasen gedaan. De operators worden dan via hun beeldscherm gewaarschuwd.’
‘Wanneer is dat voor de laatste keer gebeurd?’ vroeg Evelyne.
De witjas liep naar een bureau en bladerde in een witte map: ‘Dat is bijna een half jaar geleden.’ Evelyne schudde haar mooie hoofd: ‘Dat is te lang geleden. Kunt u niet even kijken of die sleutel past. Hij hoeft toch niet omgedraaid te worden.’ Witjas nam zonder iets te zeggen de sleutel aan en stak deze zeer voorzichtig in het sleutelgat: ‘Nee, hij past niet, hij komt nog geen halve millimeter in het gat.’
Tom pakte van witjas de sleutel over en bekeek die tegen het licht: ‘Geen wonder, er zit een braam aan. Dat komt zeker van die ontploffing.’ Hij tilde een been op en schuurde de sleutel een paar keer over zijn leren schoenzool: ‘Zo, nu zal hij wel passen.
Verbouwereerd paste witjas de sleutel nogmaals. Tot zijn stomme verbazing gleed de sleutel soepel in het sleutelgat. Iedereen kon zien dat deze sleutel op dit slot thuis hoorde.
‘Is het mogelijk dat een onbevoegde die sleutel kan pakken?’ vroeg Evelyne aan witjas.
‘Nou, eigenlijk niet, maar als een operator haast heeft en de sleutel niet in de kast opbergt bestaat die mogelijkheid wel.’
‘Op de dag dat Simmons dat ongeluk kreeg, werd toen aan de hoofdprocessor gewerkt?’ vroeg Otto. McDonald zei dat ze dat in het rode logboek zouden kunnen zien. Na de hele ceremonie van deurtje open, deurtje dicht, sluisje in, sluisje uit, kwamen ze weer in de controleruimte.
Opnieuw werd door McDonald in het rode boek gesnuffeld. Bedremmeld zei hij: ‘Ja hoor, op dezelfde dag dat Simmons met de ambulance werd afgevoerd, is de hoofdprocessor enkele minuten uitgeschakeld geweest.’
‘Zeg nooit meer nooit, meneer McDonald,’ zei Evelyne, ‘je ziet dat Simmons dus wel de mogelijkheid heeft gehad om aan een computeronderdeel te morrelen. Blijft alleen nog de vraag hoe hij die code heeft gebroken.’
‘Mevrouw, Simmons staat wel bekend als een zeer goed wiskundig onderlegd iemand. Dat is een van de redenen dat hij de functie van programmeur heeft gekregen.’
‘We komen hier toch niet verder, het enige wat ik nog wil vragen is of u mij kunt vertellen wat er nu eigenlijk uit dat supergeheime project is gehaald?’
‘Dan moeten jullie eerst een verklaring tot geheimhouding ondertekenen.’
‘Laat die papieren maar zien dan tekenen we die meteen. Ik hoor in mijn werk zoveel dingen die ik niet verder mag vertellen en voor mijn jongens hier sta ik honderd procent garant.’
McDonald liet hen een kwartier alleen met de bewakers en kwam terug met een pak formulieren. Door elk werd in viervoud getekend. Toen schraapte McDonald zijn keel en zei bijna plechtig: ‘We weten dat het gaat over een schema van een supercompacte radarinstallatie voor straaljagers.’
‘Is dat schema dan veel geld waard? Ik zou er geen cent voor over hebben.’
Hank Denmore: Moord in lichtdruk
kempis.nl poetry magazine
(wordt vervolgd)
More in: -Moord in lichtdruk