Hank Denmore: Moord in lichtdruk (39)
Hank Denmore
Moord in lichtdruk
negenendertig
De groene ogen van Thomas Brisbane, de assistent van inspecteur Greener, lichtten even op bij het nalezen van zijn verslag. Hij was gaan snuffelen in het verleden van Tino Vandezzi en Vincente Garcioli en had toch wel interessante dingen gevonden. Garcioli was voor het oog van het kerkvolk een heuse gangsterboss, de werkelijkheid was ietsjes anders. De man met de hangwangen had wegens roof en het daarbij gebruiken van een lang dun mes, twee jaren eenzame opsluiting gekregen. Van die twee jaren had hij door bedreigen van het gevangenispersoneel geen dag cadeau gekregen. Bij zijn ontslag uit de penitentiaire inrichting was hij door Tino Vandezzi afgehaald. Thomas was dit te weten gekomen tijdens een nogal langdurig onderhoud met enkele medegevangenen van Garcioli. De gevangeniscel kan dan wel gesloten zijn, een gangsterboss heeft, ondanks de eenzame opsluiting, toch zijn contacten. Dat enkele cipiers in die tijd een nieuwe auto hadden aangeschaft was uiteraard louter toevallig. De voorkeursbehandeling die Garcioli tijdens zijn twee jaren kreeg was voor enkele andere gevangenen een doorn in het oog. Het toeval wilde dat een van hen tegelijk met Garcioli werd ontslagen, helaas niet voor lang. Dat ze zo gul waren met het geven van inlichtingen aan de politie was te danken aan de doctorsgraad in de psychologie van Thomas. Ondanks hun weerzin om de politie te helpen waren tijdens het praatje met Thomas de gevangenen voor hem een open boek. Hij kreeg alle inlichtingen die hij wilde hebben. Garcioli was onderdanig aan Tino, daarover waren ze het roerend eens. Die Tino bleek een vreemde macht over Garcioli te hebben, ook al had die tijdens het luchten nooit over hem gesproken. Tijdens de twee jaren opsluiting had Garcioli nooit bezoek of post van Tino gehad, zelfs geen kerstkaartje. Toen Garcioli door Tino werd afgehaald zag de recidivist dat Garcioli haast in de houding stond en eerbiedig wachtte totdat Tino toestemming gaf om in de wagen te stappen.
Maar het verslag van Thomas werd nog interessanter toen hij bij het hoofdstuk Tino Vandezzi kwam. Thomas had veel meer moeite moeten doen om iets over Tino te weten te komen.
In de politiedossiers stond bij diens naam het beruchte sterretje en Thomas ving bot, zelfs al was hij de directe assistent van inspecteur Greener. Alle toegang tot de dossiers werd in opdracht van hogerhand geweigerd. Hierdoor werd Thomas echt nieuwsgierig en beet zich in Tino Vandezzi vast. Het enige wat van de gegevens van Tino voor hem ter beschikking stond was de verdenking op wapensmokkel.
Een bezoek aan de afdeling inklaring van de New Yorkse douane bracht aan het licht dat Vandezzi eens een koffer met vijf kleine pistolen had meegebracht. Maar er was een invoervergunning bij en die was, ondanks uitgebreid onderzoek door de wapenafdeling van de douane, in orde gebleken. De enige opmerking bij het procesverbaal was dat op de formulieren een vrij oud en door de staat New York niet meer toegepast stempel was gebruikt. Maar er was nooit een missive gekomen die aangaf dat dit type stempel niet meer gebruikt mocht worden. Daarom zag de douane geen reden om de invoer van de koffer te verbieden.
Toen Thomas met een kopie van het proces-verbaal naar het hoofd van de douane ging, kreeg hij na enig psychologisch aandringen te horen dat de pistolen, op één na, van Russische makelij waren, van de tweedehandse Makarov’s ontbraken de serienummers. Op zijn vraag waarom dit niet in het tot zijn beschikking staande procesverbaal stond haalde het hoofd zijn schouders op en wees omhoog. Dat dit feit door hogerhand werd afgeschermd was voor Thomas een reden te meer om daar achteraan te gaan.
Hij vroeg in de politiecomputer de gegevens van Garcioli op. Toen hij keek of die ook een wapenvergunning had bleek dit zo te zijn. Met een brede lach las hij dat de vergunning was afgegeven voor een Russisch pistool, een serienummer was door de fabrikant niet op het wapen aangebracht. Toen Thomas naar de datum keek waarop de wapenvergunning was afgegeven zag hij dat die een week na de vrijlating van het heerschap lag. Hij keek in de kopie van het proces-verbaal en zag dat Tino de pistolen enkele weken voor de vrijlating van Garcioli had ingevoerd. Dat dit toeval was wilde Thomas niet geloven. Hij durfde te wedden dat het Russische pistool van Garcioli geen nieuw exemplaar was en van Tino afkomstig. Dit kon geen ordinaire wapensmokkel zijn. De invoervergunning was helaas niet te achterhalen, de douane bewaarde daarvan geen kopieën. Er worden elk jaar in de wereldhaven New York honderdduizenden vergunningen afgegeven. Om die te bewaren zou de douane kilometers kastplank nodig hebben en daarvoor had men het geld en de ruimte niet.
Omdat een en een twee is moest Thomas eerst te weten komen of het pistool van Garcioli inderdaad een tweedehandsje was. Bleek dit zo te zijn dan liep het spoor naar de FBI of de CIA. Hij ging naar zijn chef en vroeg om een huiszoekingsbevel voor Garcioli. Toen hij dit na enkele uren kreeg ging hij met een rechercheur op weg naar het riante appartement van Garcioli.
Hank Denmore: Moord in lichtdruk
kempis.nl poetry magazine
(wordt vervolgd)
More in: -Moord in lichtdruk