Hank Denmore: Moord in lichtdruk (26)
Hank Denmore
Moord in lichtdruk
zesenwintig
Evelyne ging zitten en sloeg haar ene been discreet over het andere. Mocht Tino tegenover haar willen gaan zitten dan had hij in elk geval geen kans om iets meer dan haar knieën te zien.
‘Mevrouwtje, waarmee kan ik u van dienst zijn?’ vroeg Tino met een ondanks zijn vriendelijk vragen toch harde stem. Dit moest inderdaad een keiharde zakenman zijn die desnoods over lijken ging, dacht Evelyne.
Behoedzaam vroeg ze: ‘Bent u in het bezit van een goudkleurige Ford?’
‘Ja, die heb ik een, maar er rijden in New York duizenden van die wagens rond.’
Evelyne noemde het kenteken en keek naar de reactie van de man.
‘Ja, dat is mijn wagen, wat is er aan de hand en wie bent u?’
‘Meneer Vandezzi, mag ik vragen of u een roodharige dame kent?’
‘Dat is mijn vriendin Arabella,’ zei Tino met een gespannen stem.
‘Dan heb ik een treurige mededeling voor u. Heeft de politie u nog niet gebeld?’
‘De politie, wat is er eigenlijk aan de hand. Heeft Arabella weer eens fout geparkeerd?’
‘Was het maar waar,’ zei Evelyne waarna ze even zweeg.
‘Heeft ze dan een aanrijding gehad? Ik zeg altijd dat ze niet zo hard moet rijden, maar net als alle vrouwen luistert ze daar niet naar.’
‘Ik reed toevallig achter haar en zag dat ze moeite met de wagen had. Na een paar honderd meter knalde ze op een geparkeerde vrachtwagen. Ze is zeer zwaar gewond en is naar een ziekenhuis gebracht.’
Dat ze al naar het mortuarium was gebracht vertelde ze maar niet. Ook wat het meisje haar toegefluisterd had verzweeg ze.
‘Jezus, wat een beroerde tijding komt u brengen. Weet u soms naar welk ziekenhuis ze is gebracht?’
‘Nee, dat weet ik niet, maar er is een politieagent bij geweest. Die zal dat wel weten. Uw wagen zal ook wel weggesleept zijn, die is midden op de straat blijven staan.’
Tino greep naar de telefoon en belde naar het wijkbureau van de politie. Na zich bekend te hebben gemaakt vroeg hij om inlichtingen en schreef enkele krabbels op een papier. Toen riep hij de manager en zei dat de wagen gehaald moest worden.
‘De politie zoekt uit naar welk hospitaal ze is gebracht, ze bellen terug als ze iets weten.’
Toen keek hij Evelyne weer aan alsof het nu pas tot hem doordrong dat ze voor hem een volkomen vreemde was.
‘Wie bent u eigenlijk om zoveel moeite te doen om me dit nare bericht te komen vertellen?’
‘Mijn naam is Evelyne Steinbruch, ik ben privé-detective. Zoals ik al zei was het louter toeval dat ik getuige was van het ongeval. Natuurlijk probeerde ik eerste hulp te verlenen tot ze haar kwamen halen.’
‘Weet u ook hoe erg ze gewond is? Ik wil zo snel mogelijk naar haar toe.’
Evelyne zweeg en keek naar de man terwijl ze bijna onmerkbaar met haar hoofd nee schudde. De keiharde zakenman zag dit gebaar en riep: ‘Wilt u zeggen dat er geen hoop meer is?’
‘Ik ben bang dat u zich op het ergste moet voorbereiden, ze was zeer zwaar gewond.’
‘Dan weet ik wel wat de afloop zal zijn.’ Bitter voegde hij er aan toe: ‘Weer een veld meer gevuld in de database van de gemeentecomputer.’
De telefoon rinkelde en haastig nam Tino de hoorn van de haak: ‘Ja, wat is er?’
Na even geluisterd te hebben zei hij: ‘Ja, daar spreekt u mee. Ja, dat is mijn verloofde Arabella Girondi.’ Aandachtig luisterde hij en het gezicht van de harde zakenman vertrok in een grotesk masker. Evelyne snapte wel wat er aan het andere eind van de lijn werd gezegd en stond stilletjes op.
Tino slikte even en legde de hoorn zacht op het toestel. Met een vreemde stem zei hij: ‘Ja, u had gelijk, Arabella is onderweg naar het hospitaal overleden zonder nog bij kennis te zijn gekomen. Vind u het erg om te gaan? Ik moet naar haar toe om ze te identificeren. Ze had alleen mij nog.’
Evelyne ging naar de deur en nee schuddend tegen de manager liep ze de trap af en ging naar huis, belde Tom op om te zeggen dat ze veilig thuis was. Toen zocht ze meteen haar bed op om over alles nog eens diep na te denken en om hopelijk te slapen.
Hank Denmore: Moord in lichtdruk
kempis.nl poetry magazine
(wordt vervolgd)
More in: -Moord in lichtdruk