Hank Denmore: Moord in lichtdruk (08)
Hank Denmore
Moord in lichtdruk
acht
De huurkazerne waar Johnny woonde, was er een van de vele in de achterbuurten van The Bronx. De huiseigenaren hadden al lang geleden afgezien van het opknappen van de woningen, ze probeerden er alleen zoveel mogelijk geld uit te halen, desnoods met dreigementen. Wie er kwam wonen zou hun een zorg zijn, op tijd de huur betaald krijgen was het enige waar het op aankwam. Wee de ongelukkige die zijn huur meer dan twee weken achter was. Op een kwade dag werd er dan gebeld en desnoods de huisdeur door een paar potige knapen geforceerd. De huurder werd tegen de muur gedrukt en al zijn huisraad naar beneden gesmeten. Niemand zou ooit tussenbeide komen, die man zat in moeilijkheden en dat was zijn eigen schuld.
Doc Borcia was als Alfredo Borcia bij de Burgerlijke Stand bekend. Was na drie jaren medicijnen gestudeerd te hebben aan de Columbia University, betrapt op verschrikkelijk sadistische trekken tijdens de anatomielessen. Werd daarom van de universiteit geschopt en raakte aan lager wal. Bij een verhoor maakte hij graag gebruik van medische instrumenten, welke hij altijd in een klein etui bij zich droeg.
De werkelijke naam van Rope was Danny Slayton, zeer opzichtig gekleed en een tovenaar met een stukje touw. Rope was zeer bekend in de onderwereld en wist dan ook feilloos de woning van Johnny te vinden. De deur van het woningblok bezat geen slot meer zodat de twee ongehinderd en onopgemerkt naar binnen konden lopen. Ze hadden het geluk dat de lift werkte, Rope drukte op de knop voor de zesde etage. De lift kwam naar beneden en de twee stapten in. Op de vierde etage schakelde Rope de noodschakelaar uit waardoor de lift stopte. Snel stapte Doc als eerste uit, gevolgd door Rope. Deze hield de liftdeur open en schakelde toen de noodschakelaar weer in. Toen de liftdeur sloot ging de liftkooi automatisch naar de zesde etage om daar te blijven staan. Niemand kon zo zien waar ze waren uitgestapt, een gewoonte die hen al verschillende keren het leven had gered. Rope en Doc keken naar de naamkaartjes op de diverse deuren, ze ontdekten de naam van Johnny Macowitz en Rope drukte op de belknop. Binnen riep een stem dat ze even moesten wachten. Na enkele ogenblikken ging de deur aarzelend op een kier open en een kleine man werd gedeeltelijk zichtbaar. De rest bleef verborgen achter de deur, die zodanig van een hardstalen ketting was voorzien, dat het onmogelijk was om van buitenaf de ketting weg te schuiven. De slordig geklede man keek naar zijn bezoekers en deed de deur weer dicht. De twee hoorden de ketting wegschuiven, nu ging de deur helemaal open en de kleine man deed een stap opzij om de twee binnen te laten.
‘Wij komen van Vincente,’ zei Rope.
‘En wat verschaft mij de eer?’ vroeg Johnny, daarmee te kennen gevend dat hij Vincente goed moest kennen.
‘We komen de papieren halen die je hier hebt,’ zei Doc.
‘Papieren?’ zei het kleine Pooltje verbaast, ‘Maar ik weet helemaal niets af van papieren, je zult je vergissen, je weet toch dat ik alleen met sleutels werk.’
Doc zei met een zucht: ‘Johnny, we doen ook maar ons werk en maak het nou niet te moeilijk, de baas zegt dat jij weet ik wat voor papieren hebt die hij wil hebben, dus geef die dingen en we zijn weer weg.’
‘Maar ik weet werkelijk niks van papieren af,’ zei Johnny die zich niet meer op z’n gemak voelde. Hij kende die twee maar al te goed van naam en faam. Het waren twee verlengstukken van Vincente, die de bevelen van hem blindelings opvolgden, zonder verder nadenken en zonder enig gevoel. Het waren een soort mechanische mensen, gevoelloos in de uitoefening van hun beroep, geen doders uit hartstocht maar efficiënt werkende robots.
Johnny riep op smekende toon: ‘Maar geloof me dan toch, ik heb geen papieren en ik weet ook niks af van papieren!’
Doc zei op zoetsappige wijze: ‘We weten wel dat je niks hebt, maar we geloven niet dat je ook niet weet waar die papieren zijn. En om dat te weten te komen hebben we wel een paar middeltjes, nietwaar Rope?’
‘Ja, onze methodes zijn altijd nog doeltreffend gebleken,’ zei deze lachend.
‘We willen je geen pijn doen.’ zei Doc, ‘maar als pappie niet wil luisteren moet hij dat zelf maar voelen.’
Hank Denmore: Moord in lichtdruk
kempis.nl # kempis poetry magazine
(wordt vervolgd)
More in: -Moord in lichtdruk