JH Leopold Gedichten
J. H. L e o p o l d
(1865-1925)
In gedempten toon
Een stille dag is om mij heen
en in mij is het leven flauw,
ik voel de angst des wezens nauw
en ben in mijne vrede alleen.
Is er in mij de aandacht niet
van verzen en hun stil verricht
inschikken tot dit klein gedicht
van iets geluk en licht verdriet?
dat gij nog eens mij waart nabij
en ik u koel en zuiver vond
en wel in droefenis verstond
het verre tussen u en mij.
O, als ik dood zal, dood zal zijn
"O, als ik dood zal, dood zal zijn
kom dan en fluister, fluister iets liefs,
mijn bleeke oogen zal ik opslaan
en ik zal niet verwonderd zijn.
—
En ik zal niet verwonderd zijn;
in deze liefde zal de dood
alleen een slapen, slapen gerust
een wachten op u, een wachten zijn."
Die morgen was zij moe en zwaar
Die morgen was zij moe en zwaar
en talmende opgestaan
en had met achteloos besef
haar dagelijks doen gedaan.
Zij ging verloren door het vertrek
met ongevoelde schreden,
behaspelende dit en dat,
verschikkende zonder reden.
Als plotseling met een vreemd gevoel
zich iets in haar bewoog
en een nieuwe en wondere zekerheid
haar door de gedachten vloog,
en met een dipere ademtocht
was zij even neergezegen
en toefde een ogenblik totdat
zij zichzelve had herkregen.
en in trots en in deemoedig zijn
boog zij het hoofd ter neer
en fluisterde met toegevende mond
‘zie uwe dienstmaagd, Heer.’
J.H. Leopold
kemp=mag poetry magazine
More in: Leopold, J.H.