Gemeentemuseum Den Haag: László Moholy-Nagy, De kunst van het licht
Gemeentemuseum Den Haag
László Moholy-Nagy
De kunst van het licht
t/m 1 mei 2011
Licht als kunst en kunst als licht. László Moholy-Nagy (1895-1946) speelde zijn leven lang met licht in zijn kunstwerken, of het nu ging om schilderijen, sculpturen, collages, foto’s, films, grafiek, boekomslagen of theaterdecors. Wat het potlood is voor de tekenaar is licht voor Moholy-Nagy. Hij leefde in de boeiende overgang naar de moderne tijd; het interbellum, de periode van beroemde kunstbewegingen als Bauhaus en De Stijl. Moholy-Nagy was een echte wereldburger, zijn leven was één lange reis, van zijn geboorteland Hongarije, naar Wenen, Berlijn, Amsterdam, Londen en Chicago. Soms opgejaagd door een dreigend politiek klimaat, dan weer op zoek naar een nieuwe artistieke uitdaging. Moholy-Nagy was een alleskunner, naast beeldend kunstenaar was hij ook intellectueel, criticus, denker en leraar, maar bovenal utopist. Aan de hand van meer dan 180 objecten uit 30 verschillende internationale collecties geeft het Gemeentemuseum Den Haag een groots overzicht van zijn artistieke nalatenschap.
László Moholy-Nagy introduceerde fotografie en film, met licht als essentieel ingrediënt, als hét beeldende middel van zijn tijd. Door toepassing fotografie en film werd kunst in één klap bereikbaar voor iedereen. Deze democratisering van de kunsten paste in het utopisch denken van Moholy-Nagy. Kunst was voor hem onderdeel van een levenshouding, een collectieve mentaliteit waarin kunst en alle andere aspecten van het leven samenvloeien in een Gesamtkunstwerk of, beter nog, Gesamtwerk, wat zou leiden tot gezamenlijke vooruitgang. Hij was overtuigd van de vormende functie van kunst. ‘Kunst is de slijpsteen van de zintuigen, die de blik, de geest en de waarnemingen scherpt’, zo stelde hij.
László Moholy-Nagy was de spin in het web van het Europese modernisme. Hij ontmoette kunstenaars van internationale naam en faam. Bijvoorbeeld de Russische constructivisten, met wier ideeën over de rol van de kunst in een verbeterde samenleving hij een verwantschap voelde. Verder leerde Moholy-Nagy Bauhaus-oprichter Walter Gropius kennen. Bauhaus is de bekende school voor architectuur, kunst en vormgeving, waarbij de persoonlijke ontwikkeling van de studenten een belangrijke rol speelde. Ook dit was onderdeel van het revolutionaire idee van de samensmelting van kunst en maatschappij. Moholy-Nagy werd docent aan het Bauhaus en toen hij later vertrok naar de Verenigde Staten richtte hij daar het New Bauhaus in Chicago op.
Naast een tiental schilderijen uit de periode 1922-1926, worden zijn belangrijkste films en meer dan honderd fotowerken van Moholy-Nagy in de tentoonstelling getoond. In de jaren dertig onderhield Moholy-Nagy intensieve banden met Nederland, hij woonde en werkte er zelfs twee jaar als art-director en legde er contact met Piet Mondriaan en Theo van Doesburg. In de tentoonstelling zijn dan ook verwante werken te zien van onder anderen Paul Schuitema, Piet Zwart en Gerard Kiljan. Naast grote namen uit de historische avant-garde als Piet Zwart, Georges Vantongerloo en Man Ray, past ook Moholy-Nagy uitstekend in het tentoonstellings- en collectiebeleid van het Gemeentemuseum Den Haag.
De tentoonstelling is tot stand gekomen in samenwerking met La Fabrica in Madrid (curator: Oliva Mario Rubio), Circulo de Bellas Artes in Madrid en Martin Gropius Bau in Berlijn. Bij de tentoonstelling is een Nederlandstalige catalogus verschenen, met essays van Oliva Maria Rubio (gastcurator), Vincenzo Vitiello, Frans Peterse, Hubertus von Amelunxen, Oliver A.I. Botar, Jeanpaul Goergen en Hattula Moholy-Nagy. (d’jonge Hond, ISBN 978-90-89101-95-2, verkoopprijs 49,50 euro)
fleursdumal.nl magazine
More in: Bauhaus, Constructivism