Het dagboek van David Koker
DE JODEN RAAKTEN OP
Het dagboek van David Koker
Door Jef van Kempen
“Hij was iets kleiner dan ik, net als ik in 1921 geboren, en vrij mager. Zijn gezicht leek een beetje op dat van Kafka,” herinnerde Karel van het Reve zich zijn beste vriend David Koker. “Een paar keer per jaar droom ik van hem.” Twee Amsterdamse studenten die bezeten waren van de literatuur. David vertaalde Hebreeuwse poëzie en psalmen en schreef zelf ook wel gedichten.
Dat hij Jood was, werd hem noodlottig. In februari 1943 werd hij opgepakt en opgesloten in concentratiekamp Vught. Daar hield hij een jaar lang een dagboek bij.
Zo schrijf ik voor mijn scheemrend raam gezeten
’t Vers dat mijn nutteloze dag besluit. (…)
Mijn zin is dun en droef als het geluid
van vlagen rukwind en van klaterregen
en mijn gedicht? God weet wat het beduidt-
De diepste dingen worden toch verzwegen.
Uit het dagboek spreekt wanhoop, maar ook ironie. “Wij zijn maar gehuisvest in onze stallen, waar het smerig is, lawaaierig en onvriendelijk, en waar men ’s avonds van louter doelloosheid maar op zijn bed kruipt. Daar maken we dan maar een beetje pret (…) of zingen een lied:
Er was eens een Jehoede,
die woonde in een kamp
die had er aggennebbisj zo een sof, zo een sof.
Hij woonde in een Saustall, driehoog in zijn blok
en de wacht die schoot hem door z’n kop. (…)
De kalkput werd al voller,
de Joden raakten op.
De melodie was die van het lied: “Ouwe taaie”.
In juni 1944 werd David op transport gesteld naar Auschwitz, zich bewust van het naderende einde.
Een somber lot is ons beschoren:
verveling tot het bittere eind,
wanneer de laatste man als gore
rookwolk door de pijp verdwijnt.
Kort voor de bevrijding, begin 1945, werd hij overgebracht naar Dachau. Bij aankomst bleek dat de meeste gevangenen onderweg waren doodgevroren. Ook David Koker. De lijken moesten met een bijl uit de goederenwagons worden losgehakt.
Vergeef mij
Vergeef mij heel dit troosteloze lied
Vergeef mij duizend ongenietbaarheden
Vergeef mij alles en vergeet mij niet.
(Brabants Dagblad, 25 januari 2005)
More in: Holocaust, Jef van Kempen, WAR & PEACE