In this category:

    FICTION & NON-FICTION - books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
    BOOKS
    Hank Denmore
    -Moord in lichtdruk

New on FdM

  1. Song: ‘Sweetest love, I do not go’ by John Donne
  2. Michail Lermontov: Mijn dolk (Vertaling Paul Bezembinder)
  3. Anne Bradstreet: To My Dear and Loving Husband
  4. Emmy Hennings: Ein Traum
  5. Emma Doude Van Troostwijk premier roman: ¨Ceux qui appartiennent au jour”
  6. Marriage Morning by Alfred Lord Tennyson
  7. Christine de Pisan: Belle, ce que j’ay requis
  8. Marina Abramović in Stedelijk Museum Amsterdam
  9. Spring by Christina Georgina Rossetti
  10. Kira Wuck: Koeiendagen (Gedichten)

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE (11)
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV (217)
  3. DANCE & PERFORMANCE (59)
  4. DICTIONARY OF IDEAS (178)
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc. (1,497)
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets (3,766)
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc. (4,689)
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence (1,603)
  9. MONTAIGNE (110)
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung (54)
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter (177)
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST (136)
  13. MUSIC (216)
  14. PRESS & PUBLISHING (90)
  15. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS (111)
  16. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens (16)
  17. STREET POETRY (46)
  18. THEATRE (185)
  19. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young (347)
  20. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women (222)
  21. WAR & PEACE (124)
  22. · (2)

Or see the index



  1. Subscribe to new material: RSS

Hank Denmore: Moord in lichtdruk (47)

Hank Denmore

Moord in lichtdruk

zevenenveertig

De Sperry Rand fabrieken lagen aan de rand van Harrisburg, omzoomd door prikkeldraad, schijn­werpers en tal van wachtposten. Wanneer je de naam, groots op een stalen frame tegen een hoge schoorsteen aange­bracht, niet had gelezen zou je denken met een gevangenis van doen te hebben. De sfeer was grimmig, een bewaker kwam, wantrouwig als een belastingambtenaar, naar de door Evelyne bestuurde wagen toe. Na haar verhaal schudde de man ontken­nend en begon in een metalen klapper te bladeren. Weer schudde hij met zijn hoofd en liet de slagboom omlaag.

Toen Evelyne vertelde dat politie-inspecteur Greener gebeld had, ging de bewaker, zonder de wagen de rug toe te draaien, naar een waterdicht telefoontoestel. Hij nam de hoorn op en begon meteen te praten. Naar de wagen kijkend gaf hij de gege­vens van het nummer­bord op en vervolgens een be­schrijving van de inzittenden. Na even geluisterd te hebben knikte hij en hing op.

Gewichtig liep hij naar de auto en zei tegen Evelyne: ‘U moet naar parkeerterrein 12B, daar parkeert u in vak 23, u wordt dan opge­wacht.’

Evelyne knikte tot groet en reed tussen grote fabriekshallen zonder ramen naar de opgegeven parkeerplaats. Er stond al een man in een witte jas hen op te wachten. Hij stelde zich voor aan het gezelschap en ging ze voor naar een enorme hal. Bij een kleine deur toetste hij een nummercode in een codepaneeltje waarop de deur open ging. Ze kwamen in een heldere gang waarop maar één deur uitkwam. Ook hier was weer een codepaneel­tje, waarop hij weer een andere code intoets­te. Een rode lamp doofde en een groene lichtte op. De bege­leider duwde de deur open en zei dat hij niet verder mocht. Ze kwamen weer in een gang en onmiddellijk kwam een geüniformeerde man op hen af. Toen hij vroeg waar ze naartoe wilden vertelde Evelyne dat in het kort. Ieder kreeg een gele label opgespeld. Weer liepen ze een gang door naar een grote ruimte, kennelijk een controleruimte want hier zaten nog enkele geüniformeerde mannen gewichtig te kijken naar tiental­len beeld­schermen. De drie werden in een soort ontvangkamer­tje gebracht en werden uitgeno­digd om te gaan zitten. Er werd koffie ge­bracht, maar een asbak was nergens te bekennen. Op grote borden stond aangegeven dat roken ten streng­ste verboden was. Na enige tijd kwam een heer op oudere leeftijd, Evelyne schatte hem tegen de zestig, naar hen toegelopen en stelde zich voor als McDonald, nee niet van de hamburgers. Hij vroeg waarmee hij hen van dienst kon zijn. Evelyne vroeg of de bewaker erbij moest blijven. Daarop stuurde de man deze weg en was hij met het drietal alleen.

‘Meneer McDonald, enige tijd geleden heeft zich hier op een compu­terafdeling een ongeval voorgedaan. Daar was ene Simmons bij betrok­ken.’

‘Mag ik eerst naar uw identiteitspapieren vragen?’

Nadat hij hun papieren had bestudeerd, namen en paspoortnummers had genoteerd en telefonisch alles had geverifieerd, gaf McDonald ant­woord: ‘Ja, daar weet ik alles van af. Ik ben verantwoordelijk voor het personeel in de af­deling programma-ontwikkeling. Onze medewerker, de heer Ebson Simmons, ligt nog in een ziekenhuis hier in Harrisburg. Het was wel een con­sternatie. Stel je voor, je komt van de middagpauze terug en ziet dan iemand half leegge­bloed op de vloer liggen.’

‘Kunt u ons vertellen hoe daarna zich alles heeft afgespeeld?’

‘Ik haal het logboek dan weten we het precies. Hier wordt nooit iets aan het toeval overgelaten.’ McDonald liep naar de controleruimte en haalde uit een grote kluis een rode metalen klapper. Hij ging tegenover Evelyne zitten en sloeg de klapper open, om snel met een wijsvinger elke pagina te doorlopen. Otto zag dat hij bij een rode notitie bleef steken.

McDonald begon hardop te lezen: ‘Ongeval. Dinsdag twaalf augustus, dertien uur achtendertig: alarm geslagen door personeel ruimte twaalf bis. Dringend verzoek door Mel Dean, ambulan­ce bellen wegens slagaderlijke bloeding. Dertien uur vijftig: ambulanceper­soneel toegang gegeven tot genoemde ruimte. Dertien uur negenenvijftig: gewonde met ambulance afgevoerd. Betreft E. Simmons. Aard van verwon­ding: polsslagader doorgesneden.’

Trots zei McDonald: ‘Zoals u hoort wordt hier niets aan het toeval overgelaten. We controleren alles.’

‘Het ambulancepersoneel is negen minuten met de gewonde bezig ge­weest. Is in die tijd de kleding van Simmons door de bewaking gecontroleerd?’

McDonald werd een tikkeltje bleker en mompelde: ‘Voor zover ik weet niet. Door de snelheid waarmee hulp nodig was is daar niet aan ge­dacht. Hebt u een speciale reden om dit te vragen?’

‘Die heb ik,’ zei Evelyne, ‘is er die dag niets vermist’

‘Wat bedoelt u met iets vermist, waaraan moet ik dan denken?’

‘Meneer McDonald, u ontwijkt mijn vraag, u weet best wat ik bedoel. Er is toch plotterpapier verdwenen?’

Verbluft zei McDonald: ‘Hoe weet u dat nou, dat is een bedrijfsge­heim. Niemand buiten dit bedrijf kan dat weten.’

‘Ik toch wel, we zijn niet voor niets een detectivebureau. Maar zonder gekheid, hoeveel papier is er verdwenen, ik schat een stuk van het A3-formaat.’

‘U mag nooit meer schatten. Er is inderdaad een stuk van ongeveer vijftig centime­ter weg. We hebben alles afgezocht, maar er is niets gevonden. We staan voor een raadsel.’

‘Stel dat Simmons dat papier bij zich had toen hij op een brancard werd wegge­voerd. Is die brancard onderzocht?’

‘Nee, natuurlijk niet, die man was bijna leeggebloed toen hij werd gevonden. De man die hem vond heeft natuurlijk een knelverband aange­legd, maar alles moest zo snel gaan en er was toch enige paniek. Niemand kwam op het idee om het slachtoffer te fouilleren. Dat is wel het laatste waar je dan aan denkt.’

‘Dus kan dat ongeluk door Simmons zelf in scène zijn gezet. Als we aannemen dat hij inderdaad een of andere geheime tekening of schema heeft meegenomen en we hebben aanwijzingen genoeg om dat aan te nemen, hoe kon hij dan de code hebben gekraakt?’

‘Het is onmogelijk dat hij die code gekraakt kan hebben, daar zijn minstens drie specialisten voor nodig. Nee, bij hem zoekt u in de verkeerde richting.’

‘Maar er is toch geconstateerd dat iemand in een supergeheim project is binnenge­drongen?’

Hank Denmore: Moord in lichtdruk

kempis.nl poetry magazine

(wordt vervolgd)

More in: -Moord in lichtdruk

Previous and Next Entry

« | »

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature