Hank Denmore: Moord in lichtdruk (30)
Hank Denmore
Moord in lichtdruk
dertig
In zijn bruine ogen kijkend voelde ze de wreedheid van de man als een magnetisch veld om hem heen. Met moeite kon ze een lichte huivering onderdrukken. Van deze kerels had ze niet veel goeds te verwachten. Het kon niet zomaar een ordinaire straatroof zijn, daarvoor was ze te lang achtervolgd. Zou dit een gevolg zijn van haar bezoek aan die bar? Terwijl Evelyne koortsachtig nadacht over een eventuele ontsnappingspoging voelde ze de misselijkmakende adem van de opzichtig geklede Knife op haar wang en mond. Vol afkeer draaide ze haar gezicht weg maar werd daarin gehinderd door Doc die haar mooie kin vastgreep en haar dwong om hem aan te kijken. Hulpeloos onderging ze deze vernedering, hopend op een voorbijkomende politiewagen. Maar, zoals altijd, als je de politie hard nodig hebt is ze in geen velden of wegen te bekennen.
‘Wat moeten jullie van mij, ik denk dat jullie meneer Vandezzi het niet goed vindt dat jullie mij zo behandelen en mijn wagen vernielen.’
Schaterlachend zei Doc: ‘Juffie, meneer Vandezzi betaalt mij wel mijn loon om te doen wat hij mij opdraagt, maar nu doe ik wat ik wil en tegenstand duld ik nooit. Denk dus goed na, want anders kan dat mooie smoeltje van jou wel eens een modernistisch nonfiguratief schilderij worden.’ Trots keek hij naar Knife om te zien wat die van dat woordgebruik vond. Deze was met het vlijmscherpe mes aan het spelen: ‘Het juffie is niet onder de indruk van jouw dure woorden Doc, ik denk dat ik maar eens moet optreden.’
Met een haal van het mes sneed hij de knopen van de bruine mantel, waardoor deze openviel en Evelyne’s zeer vrouwelijke figuur onthulde. Het dunne zomerjurkje dat ze droeg bestond uit een kort rokje van zwarte zijde en een geel linnen hesje dat met twee dunne bandjes over de prachtige schouders hing. Tergend langzaam schoof Knife het lange dunne mes onder een van de bandjes. Evelyne voelde het koude onpersoonlijke staal op haar naakte huid en ze kon een rilling niet onderdrukken. Even slikte ze en zei zo goed mogelijk op nonchalante toon: ‘Nou ja, als jullie zo aanhouden wil ik wel eens nadenken of ik naar de Coconutbar zal komen.’
‘Wil ik wel eens nadenken of ik zal komen,’ sneerde Knife en sneed het schouderbandje door. Hierdoor viel het hesje schuin open en liet haar stevige borst de vrijheid. Bij het zien van zoveel vrouwelijk schoon likte hij zijn droge lippen en snel werd ook het tweede bandje kapot gesneden. Het dunne hesje viel nu aan de voorkant omlaag en Evelyne’s borsten werden nu in volle pracht letterlijk aan de avondkoelte blootgesteld. Ze kon een nieuwe rilling niet onderdrukken en probeerde huiverend haar naaktheid te bedekken. Hulpeloos keek ze om zich heen en zag tot haar verwondering dat de auto, die zo lang bij haar kantoor had gestaan met gedoofde lampen aan de overzijde achter een boom op het fietspad stond. Ze kreeg weer moed en zei dat ze haar met rust moesten laten, anders zou ze om hulp gaan roepen. Lachend keken de twee mannen elkaar aan en samen trokken ze de lange mantel van Evelyne’s schouders. Met haar armen voor haar borsten gekruist en niet meer gehinderd door de lange mantel trok ze plotseling haar knie op en raakte Doc vol in zijn kruis. Dit was teveel voor de gesjeesde student, met een hoge gil sloeg hij dubbel op de straat en lag daar kreunend naar adem te snakken. Woedend probeerde Knife met zijn mes Evelyne te raken. Deze kon door snel achteruit te stappen het scherpe lemmet ontwijken. Ze draaide zich razendsnel om en wilde hem een karatetrap geven, maar tot haar verwondering was hij ook op de straat gaan liggen. Behoedzaam bleef ze even op een afstand staan kijken en liep toen naar de messentrekker toe. Stomverbaasd zag ze een stroompje bloed dat onder de kerel uitkwam en een weg zocht naar de goot.
Ze bukte zich om te kijken waardoor de messentrekker was gewond en hoorde de wagen, nu met de dimlichten aan, kalm wegrijden. Ze schopte het naast de gewonde liggende mes weg en draaide de stilliggende man om. Ondanks het zwakke schijnsel van de opkomende maan zag ze dat voor deze man het messentrekken verleden tijd was geworden. Precies tussen de ogen was een klein gaatje te zien waaruit het bloed vloeide. Verbaasd keek ze de in de verte verdwijnende auto na, ze had geen geluid gehoord maar begreep dat die wagen er iets mee te maken moest hebben. Schouderophalend zocht ze haar mantel toen opeens de eerste man als een schaduw omhoog kwam. In zijn rechterhand had hij een klein voorwerp dat glansde in het maanlicht. Evelyne kon niet onderscheiden wat het was maar wachtte niet af en liep naar de man toe. Deze bleef kreunend en met één hand zijn kruis vasthoudend staan en zwaaide met het voorwerp ongecontroleerd in het rond. Toen zag ze dat het een vlijmscherp scalpel was. Voorzichtig naderde ze de man en gespannen, als een kat die op een vogel loert, hield ze de man in het oog.
Ondanks de hand in het kruis scheen de pijn toch te erg te zijn, want hij pakte nu met twee handen naar de gevoeligste plek van iedere man. Evelyne zag haar kans en trapte de man in de borststreek. Hierdoor werd zijn adem afgesneden en kwam hij weer overeind. Reutelend naar adem kwam de man weer op haar af, het mes recht vooruit stekend. Met een ruk draaide ze zich om en de zijkant van haar rechterhand kwam met een verschrikkelijk klap op zijn keel neer. Door de klap werd het strottenhoofd achter in zijn keel geslagen en werd de luchtpijp volkomen afgesloten. Terwijl hij met een vertwijfeld gebaar naar zijn keel probeerde te grijpen viel de man rochelend voorover. Het scalpel gleed, als een warm mes door zachte boter, door zijn dunne zomerkleding en het zachte vlees heen en sneed een longslagader volkomen door. Het helderrode bloed stroomde ongehinderd uit het zieltogende lichaam en vermengde zich kameraadschappelijk met het bloed van zijn neergeschoten collega in het kwaad.
Hijgend keek Evelyne naar het stuiptrekkende lichaam, de stroom bloed nam langzaam af, de benen trokken spastisch samen en er kwam nu ook bloed uit de opengesperde mond. Ze draaide de man op zijn rug om de doodstrijd niet al te lang te laten duren. Na enige tijd kwamen de benen tot rust en hield het bloed op te stromen. Haar tweede aanvaller had zijn laatste slachtoffer lastiggevallen.
Diep ademhalend, een ander kunstje dat ze van de politie had, kwam ze snel tot rust, ze raapte haar mantel op en stapte in de Mercedes. Even bleef ze zitten nadenken, in minder dan vijf minuten was ze aangevallen en hadden twee misdadigers hun leven verloren zonder dat er ook maar een van de omwonenden iets van gemerkt had.
Toen zag ze de Mustang staan, ze liep er naar toe en keek op wiens naam de wagen stond. Alfredo Borcia, domicilie houdende in Harrisstreet, noteerde ze in haar agenda. Ze stapte in de SL en ging op zoek naar een telefooncel. In het kort lichtte ze inspecteur Sidney Greener in over wat er was gebeurd, daarna reed ze naar huis. Ze stond meer dan een half uur onder de warme douche om de adem en het bloed van haar aanvallers van zich af te spoelen. Dankbaar dacht ze terug aan de soms keiharde karate- en judolessen die ze van haar overleden man had moeten volgen. Weer hadden deze lessen haar het leven gered. Ze nam zich voor om zo snel mogelijk weer judolessen te gaan volgen, ondanks het feit dat het voor haar moeilijk was om gelijkwaardige tegenstanders te vinden.
Hank Denmore: Moord in lichtdruk
kempis.nl poetry magazine
(wordt vervolgd)
More in: -Moord in lichtdruk