William Shakespeare: Sonnet 146 in een nieuwe vertaling van Cornelis W. Schoneveld
William Shakespeare
Sonnet 146
Poor soul the centre of my sinful earth,
My sinful earth, these rebel powers’ array,
Why dost thou pine within and suffer dearth
Painting thy outward walls so costly gay?
Why so large cost having so short a lease,
Dost thou upon thy fading mansion spend?
Shall worms inheritors of this excess
Eat up thy charge? is this thy body’s end?
Then soul live thou upon thy servant’s loss,
And let that pine to aggravate thy store;
Buy terms divine in selling hours of dross;
Within be fed, without be rich no more,
So shall thou feed on death, that feeds on men,
And death once dead, there’s no more dying then.
William Shakespeare
Sonnet 146
Mijn ziel, arm centrum van mijn zondige aard’,
Mijn zondige aard’, rebelse macht vol strijd,
Waarom kwijn je van binnen, niets meer waard,
Je gevel duur beschilderend in vrolijkheid?
Waarom verdoe je voor zo’n korte huur
Fortuinen aan je villa in verval?
Erven de wormen eens jouw last zo duur?
Is’t voer voor hen dat jouw lijf bieden zal?
Ziel, leef dan op ’t verlies van jouw vasal,
Vermager hem, verzwaar ermee je buit;
Koop eeuwen tijd, verkoop elk uur’s verval;
Voed je innerlijk, gun je uiterlijk geen duit,
Dan voedt de dood jou, die de mens verzwelgt,
Sterft dan de dood, is ’t sterven ook verdelgd.
Vertaling Cornelis W. Schoneveld
(oktober 2012)
kempis.nl poetry magazine
More in: Shakespeare