Dag van de Filosofie op zaterdag 21 april 2012
Dag van de Filosofie
zaterdag 21 april 2012
13.00 – 21.30 uur
theater de NWE Vorst Tilburg
Thema: ‘Twee Zielen’. Met Ger Groot, Ad Verbrugge, Theo de Wit, René Boomkens, Nausicaa Marbe, Marc Slors & Mark Mieras, Arnon Grunberg & Paul Cobben, Maarten Doorman, Adriaan van Dis, Désanne van Brederode, Wim de Bie, Herman de Regt, Nordin Lasfar & Youssef Azghari, Gerard Visser, Willem Jan Otten en vele anderen.
‘Twee Zielen’ is allereerst geïnspireerd op de bekende woorden van Goethe uit zijn Faust ‘Zwei Seelen wohnen, ach! in meiner Brust’, maar het omhelst méér dan dat.
1. Het moderne individu tussen lichaam en geest
Bestaat de ziel? Hoe dan? Je kunt hem niet waarnemen. De moderne wetenschap laat een interpretatie van ziel dan ook nauwelijks of niet meer toe. Hooguit kan men er nog met een materialistische manier mee omgaan. Zieleroerselen worden louter als hersenfuncties geduid. ‘Wij zijn ons brein’, ‘De vrije wil bestaat niet’, ‘Zonder vrije wil’ zijn enkele van de hedendaagse boektitels die grote populariteit genieten.
In de wetenschap is het idee van een ziel stilaan in onbruik geraakt en als een overbodige hypothese beschouwd: er bleek steeds een betere verklaring voor die fenomenen die ooit aan een ziel werden toegeschreven. Kan de ziel heden ten dage slechts worden beschouwd als een louter cultureel, associatief en een gevoelsmatig bepaald begrip?
Toch is de overgang van hersenpatronen naar mentale voorstellingen nog steeds een raadsel. Geest, bewustzijn, vrije wil blijven materieel ongrijpbaar. Een bekende filosoof als Daniel Dennett trekt daar de uiterste consequentie uit en bestempelt ze als cognitieve illusies. Met name de vrije wil ligt onder vuur. Is met de lawine aan recent verschenen brein- en hersenboeken het failliet van de vrije wil nu wel of niet aangetoond? Is er nu een wetenschappelijk antwoord op een filosofische vraag die eeuwenoud is? Leven wij inderdaad in een permanente illusie? Professor Marc Slors levert de meest recente bijdrage aan het nationale breindebat. Zijn stelling: hersenwetenschap verandert onze kijk op de rol van bewustzijn, maar zegt zo goed als niets over de vrije wil.
2. Verlichting en romantiek
Zwei Seelen wohnen. Ach! In meiner Brust , zo luidde een beroemde zin in de Faust van Goethe. Hij schreef deze woorden aan het begin van de negentiende eeuw. Het besef dat de moderne mens onder spanning staat van tegengestelde drijfveren ontluikt met de bloeiperiode van de Romantiek. Vaak wordt het eenvoudig geschetst als de tegengestelden rationaliteit en irrationaliteit of verstand en gevoel.
De spanning tussen gevoel en verstand is natuurlijk net zo oud als de menselijke soort, maar het nieuwe was dat de Verlichting aan het verstand een dominante positie gaf, en dat de gevoelscomponent daardoor in de verdrukking kwam. De Romantiek – ook wel eens aangeduid als de ‘Contra-Verlichting’ – zocht als reactie daarop houvast in het verleden, in de religie, in het nationalisme en hoopte dus in feite de oude ‘natuurlijk’ geachte geborgenheid terug te vinden. Werd de natuur in de Verlichting beschouwd als het bedreigende en ongeordende dat bestreden moest worden, tijdens de Romantiek werd ze afgeschilderd als ‘spiegel van de ziel’. Het romantische mensbeeld benadrukt de uniciteit van het individu, de eigenheid, tegenover het subject van de Verlichting waarin universele beginselen en algemene richtlijnen worden beklemtoond. En de transparantie van het verlichte ik maakt plaats voor een subject dat ook zijn duistere kanten blijkt te hebben.
De literatuur is dan ook het favoriete medium van de romantici. De dichters die zich uitroepen tot de ‘zieners’ van hun tijd. Maar vooral ook de roman is een favoriet genre in de Romantiek. De bekende moderne auteur en essayist Milan Kundera typeerde de grote Europese romans ooit als de beste verkenningen van bestaansmogelijkheden: “De roman onderzoekt het bestaan en ik ben ervan overtuigd –het is het axioma van mijn leven- dat de roman honderd keer beter dan de filosofie in staat is dat onderzoek te doen. In Sein und Zeit analyseert Heidegger enkele categorieën als angst, nieuwsgierigheid, geklets, nadenken enzovoort. Die analyses zjn fascinerend en tegelijkerrijd weinig overtuigend. Ik geloof bijvoorbeeld niet dat men angst abstract kan analyseren, onafhankelijk van een concreet leven en concrete situaties.”
3. Universalisme en eigenheid
Het bijzondere staat ook tegenover het algemene waar het de politiek aangaat: het nationalisme, voortgekomen uit de romantische nadruk op het eigene van de cultuur en de gehechtheid daaraan, staat tegenover het kosmopolitisch universalisme van de Verlichting. Aanvankelijk won de Verlichting, maar de Romantiek bleef de meest geduchte tegenstander, vooral in de 19e eeuw. Toen ontstond weliswaar de zo genoemde ‘kosmopolitische’ gemeenschap van de Verlichting in Europa, maar die bleef beperkt tot een maatschappelijke elite. Bij de massa’s bleef voornamelijk de romantiek de harten en geesten beroeren, en dat werd duidelijker naarmate die massa’s mondiger werden. De Verlichtingsideeën, en daarmee de moderniteit, bleven tot diep in de 20e eeuw kwetsbaar. Sterker nog: het irrationalisme bereikte zijn hoogtepunt in de beide Wereldoorlogen, met het nationaal-socialisme en communisme.
Het hedendaagse populisme in de politiek met zijn nadruk op het eigene tegenover het vreemde past ook in een aloude romantische traditie. Het moderne individu worstelt met de spanning tussen verstand en gevoel; de moderniteit worstelt met de spanning tussen eigenheid en globalisering. Een synthese lijkt ver weg.
De Dag van de Filosofie wordt georganiseerd door de School of Humanities en Academic Forum namens Tilburg University, en Avans Hogeschool en het Brabants Kenniscentrum voor Kunst en Cultuur (bkkc).
≡ Website Tilburg University Dag van de Filosofie
fleusdumal.nl magazine
More in: The talk of the town