Hank Denmore: Moord in lichtdruk (41)
Hank Denmore
Moord in lichtdruk
eenenveeertig
Na een rustige rit kwamen Otto en Tom bij het hospitaal in Harrisburg aan. Ondanks het grote parkeerterrein had Tom toch moeite met het vinden van een plaatsje. Maar na enkele rondjes kwam er toch een vak vrij. Bij de receptie werd hun het kamernummer van Ebson Simmons gegeven.
Tussen het andere bezoek in liepen ze naar Simmons, die nog geen bezoek had. Ze stelden zich voor als medewerkers van Evelyne Steinbruch, of hij zich die nog herinnerde?
‘Was dat die dame met blond haar?’
‘Ja, dat is ze.’
Na de gebruikelijke vragen over hoe het met hem en zijn pols ging zei Otto: ‘We hebben enkele foto’s bij ons en willen dat u die bekijkt.’ Tom stond aan het voeteinde van het bed en keek naar het gezicht van Ebson Simmons. Toen Otto de foto’s van de genodigden bij de begrafenis liet zien reageerde hij niet. Toen hij echter de foto van Maureen Mc.Ferrit liet zien hield Ebson zijn adem in en keek snel naar de eerder getoonde foto’s.
Te haastig zei hij: ‘Die dame heb ik nooit gezien, trouwens de rest ook niet.’
‘Heb je Margo nog nooit gezien?’, vroeg Otto.
‘Nee, die Margo heb ik nog nooit gezien. Ik zou niet weten waar ik haar ontmoet zou moeten hebben.’
Na nog wat over het weer en het verkeer te hebben gepraat gingen de twee weer.
Bij het verlaten van de kamer wenkte de oude man Otto. Die liep naar het bed van het oudje en vroeg wat hij kon doen.
‘Laat mij die foto’s eens zien. Ik krijg weinig bezoek en heb dus de tijd om het bezoek van de andere patiënten op te nemen. Dat ik oud ben wil nog niet zeggen dat ik kinds ben. Mijn geheugen is nog goed.’
Hoopvol liet Otto de foto’s zien. Toen de oude man de foto van Maureen zag knikte hij en zei: ‘Die is hier geweest. Het gesprek was nogal spannend want Simmons heeft daarna koorts gekregen en mocht voorlopig geen bezoek hebben. Dat moet met dat meisje te maken hebben gehad. Het was een kordate dame, mooi gekleed in blauw en niet op haar mondje gevallen. Wat ze bespraken heb ik niet kunnen horen maar zij was aan het woord en hij moest luisteren. Vlak voor ze weer ging gaf ze aan Simmons een dikke enveloppe, toen ze weg was heeft hij die in zijn kastje verborgen.’
Omdat de oude man in een hoek van de kamer lag en Tom en Otto tussen de oude man en Simmons in stonden, kon deze niets zien of horen van wat er zich bij het bed van het oudje afspeelde.
‘Nou meneer, we zullen de groeten doen aan uw vrouw en beterschap.’ zei Otto tegen de oude man en ging richting deur, de oude man verbaasd kijkend achterlatend.
Simmons haalde opgelucht adem, gelukkig scheen die oude vent die twee ergens anders van te kennen. Gerustgesteld pakte hij een leesboek en wilde net gaan lezen toen Otto hem toeriep: ‘Je moet nog de groeten van Maureen hebben.’
‘Doe ze de groeten terug.’ zei Simmons, waarop Otto met een grijns de deur sloot.
Evelyne luisterde naar het relaas van de twee en knikte instemmend toe Otto vertelde van de groeten doen.
‘Hij kent Maureen en Sperry moet daar veel mee te maken hebben. Ik denk toch dat Simmons meer afweet van dat plotterpapier. Maar dat hij aan geheime gegevens heeft kunnen komen betwijfel ik. Daarvoor zijn de toegangcodes te omvangrijk en te ingewikkeld.’
‘Kunnen we Greener niet op zijn spoor zetten?’
‘Nee Otto, die heeft daar niets te zoeken, maar we kunnen hem wel vertellen dat Simmons bezoek van de blauwe dame heeft gehad.’
‘En dat dus de Russen erbij betrokken zullen zijn.’, zei Tom snel.
‘Ja dat zou kunnen, maar dan moet Simmons bij Sperry Rand wél iets van waarde hebben meegenomen.’, zei Evelyne. Op dat moment ging de telefoon.
Evelyne luisterde even en zei: ‘Oké Sidney, we komen onmiddellijk met ons drieën naar je toe.’ Ze draaide zich naar Tom en Otto: ‘Dat was inspecteur Greener, hij heeft meer gevonden over die pistolen van Tino Vandezzi.’
De inspecteur wees de drie een stoel aan en ging zelf achter het boordevolle stalen bureau zitten. Zijn assistent Thomas Brisbane zat in een hoek van de kamer en zwaaide als groet met zijn hand.
‘Evelyne, Tino Vandezzi heeft een grote fout gemaakt. De Russische pistolen die hij in bezit heeft worden alleen door de Russische regeringsdiensten gebruikt. Het zijn geen legerwapens en ze zijn ook particulier niet te koop, daarom staan er ook geen serienummers op. Burgers die betrapt worden op het bezit van zo’n pistool worden naar Siberië gestuurd. We kunnen dus wel aannemen dat Tino verbindingen heeft met de KGB of een andere Russische dienst. We hebben echter geen spoor van bewijs van die aanname kunnen vinden.’
Thomas kwam uit zijn stoel overeind: ‘Die Tino heeft een vreemde macht over Garcioli, dat ben ik van een exgevangene te weten gekomen. Maar het zijn geen vrienden, want tijdens de twee jaren die Garcioli in eenzame opsluiting doorbracht, heeft hij nooit bezoek of zelfs maar een briefkaartje van Tino gekregen. Nu ik dat verhaal van die pistolen hoor weet ik bijna zeker dat Tino van de Russische geheime dienst is en ook Garcioli heeft daar erg veel mee te maken.’
Greener knikte instemmend: ‘Ik denk dat we dat stelletje maar eens gaan ophalen. We kunnen het gooien op ongeoorloofd bezit van wapens.’
‘Maar hij had toch een invoervergunning?’, merkte Thomas op.
‘Ja, dat wel, maar we kunnen niemand vinden die deze vergunning heeft geschreven. Bovendien is daar dat verouderde stempel. Ik heb dat laten navragen bij alle douanekantoren, maar dat stempel wordt sinds het gebruik van een nieuw logo al enkele jaren niet meer gebruikt.
Hank Denmore: Moord in lichtdruk
kempis.nl poetry magazine
(wordt vervolgd)
More in: -Moord in lichtdruk