Hank Denmore: Moord in lichtdruk (33)
Hank Denmore
Moord in lichtdruk
drieëndertig
De begrafenis van Arabella Girondi was sober en kort. Alleen de mensen die een rouwkaart hadden gekregen waren aanwezig. Het niet op deze begrafenis verschijnen zou de begrafenisondernemer nog meer werk bezorgen. Dat wist iedereen maar niemand zou dit ooit toegeven. Natuurlijk waren ook alle personeelsleden van de Coconutbar aanwezig, net zoals de bewoners van het appartement van Vincente, alleen Doc en Knife ontbraken. Nog steeds was er geen spoor van de twee gevonden en Vincente maakte zich dan ook ongerust over het lot van de twee. Op de begraafplaats stonden de genodigden rondom een grafkuil, die bedekt was met zwarte doeken. Een priester sprak lovende woorden over Arabella en besprenkelde de kostbare mahoniehouten kist met wijwater. Iets naar achter stond Evelyne in een stemmig zwart mantelpakje en een klein zwart hoedje. Een heel eind verder stond achter een grote gedenkplaat Otto Winkler met de Leica die van een telelens was voorzien. Hij maakte van alle aanwezigen foto’s, ervoor zorgend dat van ieder het gezicht zo goed mogelijk op de foto stond. Omdat het een zonnige dag was had Otto een laaggevoelige film gekozen. De op grote afstand genomen foto’s konden dan sterk worden uitvergroot zodat het toch mogelijk was van iedereen een duidelijk portret af te drukken. Inspecteur Greener stond met zijn assistent Thomas Brisbane zo’n dertig meter van de grafkuil te kijken naar de aanwezigen. Waarom er twee leden van de bende van Vincente Garcioli ontbraken was voor hem geen nieuws. Hij had het vinden van de lijken van Doc en Knife uit de kranten gehouden om reacties bij Vincente los te weken.
Het gelige gezicht van Lime Rafton stond ernstig en iemand die hem goed kende moest tot zijn verbazing toegeven dat Lime echt ontroerd was. Over het gelige gezicht liepen een paar tranen. Hij draaide zich om en greep naar een zakdoek om de tranen onopvallend weg te vegen. Hij had de naam sadistisch te zijn en tranen waren niet met die reputatie te rijmen. Terwijl hij zijn neus snoot zag hij achter een gedenkplaat het zonlicht in iets weerkaatsen. Achterdochtig als zijn natuur was keek hij eens extra goed en zag dat er iemand met een fototoestel stond. Onopvallend liep hij naar de uitgang en toen met een boog naar de fotograaf. Die had alleen aandacht voor het open graf en merkte te laat dat er iemand achter hem stond. Met een mes in de zij van Otto gedrukt vroeg Lime wat de bedoeling was.
‘Bedoeling?,’ zei Otto, ‘ik ben een fotoverzameling van begrafenissen aan het aanleggen.’
‘Maak dan maar dat je wegkomt of ik steek mijn mes door je lever heen. Ik moet die film hebben, geef op.’
Lime greep naar de Leica, waarop Otto deze met een zwaai op het hoofd van Lime liet neerkomen, waarbij het extra gewicht van de telelens de klap nog harder deed aankomen. De klap werd bij het graf gehoord want Tino en Evelyne keken naar de twee vechtende figuren. Versuft door de klap met de zware Leica ging Lime tegen de gewijde grond. Otto maakte zich uit de voeten en verdween naar zijn wagen.
De plechtigheid, waarbij Tino een enorme bos rode rozen op de kist had neergelegd en iedereen hem had gecondoleerd met het verlies van Arabella, liep ten einde.
Intussen was Lime weer bij zijn positieven gekomen. Een beetje versuft keek hij in het rond en zag dat de plechtigheid afgelopen was. Vincente stond hem driftig te wenken, Tino stond naast hem. Lime liep naar de twee toe en keek een beetje beteuterd naar de grond.
‘Wat was dat, waarom ging je hier weg, heb je geen eerbied voor de laatste ogenblikken boven aarde van Arabella?’
‘Maar Vincente, ik zag dat er iemand foto’s van ons aan het maken was. Daarom ben ik er naar toe gegaan. Ik wilde de film uit het toestel halen maar kreeg met dat ding een enorme klap op m’n kop.’
‘Heeft die vent foto’s van ons gemaakt?’ vroeg nu Tino kwaad.
‘Ik weet niet hoe lang die vent daar stond, dus dat kan best het geval zijn. Toen ik hem besloop zag ik dat hij verschillende keren op de knop drukte. Het was een toestel met een lange toeter erop.’
‘Dat is een telelens, daarmee is het net alsof van dichtbij een foto van je wordt gemaakt’ wist Vincente.
‘Ik moet die film hebben, Vincente, jij zorgt ervoor dat ik die film te pakken krijg.’
Vincente knikte tegen Tino: ‘Ja Tino, maar waar hoort die vent thuis? Dat weet ik toch niet.’
‘Ik zag hem met die detective praten. Ga maar eens in haar kantoor snuffelen. Daar zal hij wel thuis horen.’
Hank Denmore: Moord in lichtdruk
kempis.nl poetry magazine
(wordt vervolgd)
More in: -Moord in lichtdruk